Logo

Vrijstellingen

Samenvatting
Op deze pagina vind je informatie over hoe je vrijstellingen kunt aanvragen.

Grenzen

  • Aanvragen voor vrijstelling die niet op tijd kunnen worden afgerond voordat het onderwijs behorende bij het studieonderdeel begint worden niet in behandeling genomen.
  • Aanvragen van een substantieel vrijstelling (zie onder) dienen voor 1 mei te zijn ingediend wil de procedure voor de start van het nieuwe studiejaar zijn afgerond.
  • Voor Werken in de Praktijk wordt nooit vrijstelling verleend.

Vrijstelling propedeuse

Studenten die reeds een propedeuse van een hbo- of wo-theologieopleiding hebben behaald kunnen op grond daarvan in aanmerking komen voor vrijstelling van de propedeuse.

Artikel 6 lid 1 van de OER regelt dat de instituutsdirecteur deze vrijstelling verleent. Indien deze wordt toegekend wordt de student ingedeeld in het cohort behorend bij het tweede jaar van de opleiding.

Vrijstelling vrije ruimte

Studenten die een hbo- of wo-diploma hebben behaald kunnen op grond daarvan in aanmerking komen voor een vrijstelling van de vrije ruimte van 15ec in jaar drie.

Artikel 6 lid 2 en 3 van de OER regelt dat de examencommissie deze vrijstelling verleent.

Aanvraag voor vrijstelling van de vrije ruimte kan worden gedaan via de verzoekmodule. Als bewijsmateriaal dient een gewaarmerkte kopie van het hbo- of wo-getuigschrift worden aangeleverd. Indien de vrijstelling wordt toegekend wordt deze vastgelegd in een studieovereenkomst en op grond daarvan door het bedrijfsbureau verwerkt in Progress.

Vrijstelling enkele vakken

Artikel 6 lid 2 en 3 van de OER regelt dat de examencommissie deze vrijstelling verleent.

Aanvraag voor vrijstelling van enkele vakken kan worden gedaan via de verzoekmodule. Ter onderbouwing van het verzoek dient bewijsmateriaal te worden aangeleverd. Indien de vrijstelling wordt toegekend wordt deze vastgelegd in een studieovereenkomst en op grond daarvan door het bedrijfsbureau verwerkt in Progress.

Vrijstelling substantieel deel van het programma

Artikel 6 lid 2 en 3 van de OER regelt dat de examencommissie deze vrijstelling verleent.

Bij een aanvraag voor vrijstelling van meer dan 15ec uit het post-propedeutische programma (buiten de vrije ruimte) vindt een onderzoek naar 'Eerder Verworven Competenties' (EVC) plaats. De aanvraag wordt eerst beoordeeld door twee intake-assessoren. Ter onderbouwing van het verzoek dient bewijsmateriaal te worden aangeleverd. Indien de vrijstelling wordt toegekend wordt deze vastgelegd in een studieovereenkomst en op grond daarvan door het bedrijfsbureau verwerkt in Progress.

Procedure

Aan deze procedure zijn kosten verbonden van €360,-.

  1. Voor de aanvraag van vrijstelling van substantieel deel van het programma is ten minste een verzoek tot inschrijving in studielink vereist. De reden hiervoor is dat voor procedure een studentnummer vereist is.
  2. Het bedrijfsbureau voegt de aanvrager toe aan de studentenlijst en richt vervolgens een assessmentruimte in waar de kandidaat een portfolio kan uploaden.
  3. De aanvrager stelt een portfolio samen met daarin het verzoek en het onderliggende bewijsmateriaal. Het verzoek wordt gedaan met behulp van een format (te verkrijgen via het bedrijfsbureau).
  4. Als de aanvrager klaar is met het samenstellen van de aanvraag (het ingevulde format en bewijsmateriaal is ge-upload), dan meldt de aanvrager dat aan het bedrijfsbureau. Het bedrijfsbureau stelt de intake-assessoren op de hoogte en vraagt op welke datum zij het verzoek in behandeling nemen. Deze datum wordt gecommuniceerd met de aanvrager.
  5. Verzoek plus bewijsmateriaal worden onderzocht en beoordeeld door twee intake-assessoren. Onderdeel van het onderzoek kan zijn dat de intake-assessoren een gesprek hebben met de aanvrager, waarin nadere toelichting kan worden gegeven op het bewijsmateriaal. De assessoren kunnen ook om aanvullend bewijsmateriaal vragen.
  6. De assessoren brengen advies uit aan de examencommissie en stelt het bedrijfsbureau op de hoogte dat zij advies hebben uitgebracht. Onderdeel van het advies betreft de eventuele indeling in een eerder cohort.
  7. De examencommissie behandelt het verzoek op haar eerstvolgende vergadering (zie jaaragenda). De examencommissie kan aanvullende informatie vragen aan de assessoren of rechtsreeks aan de aanvrager. De examencommissie besluit over de aanvraag en neemt bovendien een beslissing in welk cohort de aanvrager wordt ingedeeld.
  8. Vrijstellingen en cohort-indeling worden vastgelegd in een studieovereenkomst.
Laatst gewijzigd op 2023-08-18 12:15:35 door Stougie, Evelien