Logo

Studiegids FHTL

19HFSTNZ Natuur, zonde en genade

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 22 cu (11 bijeenkomsten)

Fundamentele en dogmatische theologie

De cursus natuur, zonde en genade behoort tot het systematisch theologische veld van de theologische antropologie, de theologie van de mens. In dit college staan de grote thema’s uit het menselijk bestaan centraal: wie is de mens, wat is schuld, waarom is er lijden, wat is de grond van ons bestaan, welke rol speelt de liefde, etc.

Natuur, zonde en genade zijn de drie kernwoorden om de mens theologisch te duiden. Met ’natuur’ verwijzen we naar de vraag wie de mens volgens de christelijke traditie ten diepste is. De mens is door God geschapen (schepsel), lichaam en geest, geroepen om te worden wie hij of zij kan zijn en teen diepste geroepen om bij God te zijn.

Met ’zonde’ verwijzen we op de eerste plaats naar de gebrokenheid van de wereld. Deze gebrokenheid bestaat in de verstoring van de goede verhouding van de mens tot God, tot anderen en de wereld en tot zichzelf, en gaat ten diepste terug op de grondervaring dat de werkelijkheid niet is zoals deze zou moeten zijn. Zoals Herman Finkers het zegt:

Ik zat een keer in een interview " voor een of ander tv-programma " tegenover een man, en die man was nogal rationeel ingesteld. En deze nogal rationeel ingestelde interviewer vroeg me naar de zin van het lijden. Hij vertelde me dat hij een goede vriend had bij wie om een of andere reden een been moest worden geamputeerd. En nu had men bij die vriend per ongeluk het verkeerde been afgezet, zodat de arme drommel nóg een keer onder het mes moest en ook zijn andere been zou moeten missen. ’Waarom’, zo vroeg de interviewer me, ’krijgt iemand, die toch al de pech heeft een been te moeten missen, óók nog eens de pech dat hem het verkeerde been wordt afgezet?’

En mét dat me deze vraag werd gesteld, viel me het antwoord in. ’Dat is... omdat wij niet in de hemel zijn. In de hemel wordt altijd het juiste been geamputeerd. Maar hier op aarde is het leven lijden.’


’Genade’ duidt én op het herstel van de goede verhoudingen én op een boven-natuurlijke bestemming van de mens.

De cursus bestaat uit drie blokken. Deze drie blokken volgen niet de drie begrippen natuur, zonde en genade, maar volgen de drieslag schepping, verlossing voltooiing, waarbij het bij schepping gaat om natuur en zonde, bij verlossing om Christus en genade en bij voltooiing gaat om Heilige Geest en de uiteindelijke bestemming van de mens.

In het eerste blok bespreken we schepping, mens als beeld van God, man en vrouw, zondeval en erfzonde. Het gaat hier om de vraag ’wie is de mens’ en om de vraag hoe wij de gebrokenheid die ieder mens in zich zelf en in de wereld ervaart moeten duiden.

In het tweede blok staat de vraag centraal wat het betekent te belijden dat Christus voor onze zonden mens is geworden, geleefd en geleerd heeft, geleden heeft, gestorven is en verrezen, en dat in Hem God zich met de mensen heeft verzoend. Het gaat hier om de vraag wat de verlossing is waarvan het christelijk geloof getuigd. Herken je dat als verlossing?

In het derde blok gaat het om de vraag wat het betekent te belijden dat de H. Geest in ons woont, wat houdt de voltooiing van de genade in: de glorie van de mens in de hemel?

We lezen samen het boekje van Neil Ormerod (zie verplichte literatuur), we lezen daarnaast met elkaar verschillende teksten uit de brieven van Paulus, we maken kennis met twee schema’s: die van de heilsgeschiedenis en die van de individuele persoon en leren die op elkaar te betrekken. Met verschillende werkvormen worden studenten uitgedaagd hun eigen (levens)vragen in gesprek te brengen met de theologie.

De cursusstof is verdeeld over de 16 bijeenkomsten. De deeltijdstudenten zijn bij elf daarvan aanwezig en worden geacht de lesstof van de andere bijeenkomsten zelfstandig en met behulp van de literatuur en de studiehandleiding tot zich te nemen.

De studenten lezen ter voorbereiding de literatuur. Studenten zijn bereid hun eigen (levens)vragen op een zakelijke wijze in te brengen in het theologisch gesprek tijdens de collegebijeenkomsten. Studenten hebben een actieve inbreng bij het gezamenlijk lezen van de teksten van Paulus.

Verder wordt van studenten verwacht dat zij per thema de relevante passages uit de Catechismus van de Katholieke Kerk lezen

Hoorcollege

  • De student benoemt complexere vraagstukken en benoemt en beschrijft verschillende theologische posities op het terrein van de scheppingstheologie, theologisch antropologie, (erf)zondeleer, verlossingsleer, genadeleer, pneumatologie, sacramentenleer en eschatologie en legt deze uit
  • De student demonstreert de voorgeschreven methode voor theologisch commentaar op een (paulijnse) schriftpassage
  • De student interpreteert centrale begrippen uit het college in het licht van hedendaagse vragen over wie de mens is en wat de betekenis is van zijn/haar leven.

Student heeft Geloof op zoek naar inzicht uit jaar 1 met voldoende resultaat afgerond

Reflectieverslag

Blok 1: Ormerod, hh.1-4
Blok 2: Ormerod, hh.5-7
Blok 3: Ormerod, hh.8-10

Na ieder thematisch blok

Reflectieverslag weegt mee bij het aftekenen van de reflectieve competentie

  • Werkstuk
  • Schriftelijk tentamen
  • Reflectie/Leerverslag
  • Werkstuk
  • Schriftelijk tentamen
  • Reflectie/Leerverslag
  • Onthouden
  • Begrijpen
  • Toepassen
  • Evalueren

cijfer 1-10

10 werkdagen

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur