Logo

Studiegids FHTL

19AFWBWG Wijsgerige godsleer

3 ec

voltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)
deeltijd: 16 cu (8 bijeenkomsten)

Wijsbegeerte

Het wijsgerig spreken en denken over God kent een lange geschiedenis. In deze geschiedenis treden de mogelijkheden en grenzen van het filosofische spreken zelf aan het licht. De student kan na het volgen van deze module de problemen en mogelijkheden van het filosofische spreken over God uitleggen en hanteert deze vaardigheid en dit inzicht in levensbeschouwelijke gesprekken. Hij/zij heeft inzicht in de historische achtergrond van de actuele filosofische vraagstelling. Hij/zij heeft inzicht in de actualiteit van de wijsgerige godsleer voor de beroepspraktijk. Hij/zij kent de spanning die bestaat tussen wijsgerig spreken over God en het Bijbelse spreken over God.

Voltijds en deeltijdscolleges: Uitgaande van enkele klassieke denkers uit heden en verleden zal de problematiek van de wijsgerige godsleer belicht worden.
Voltijdscolleges: een artikel van Paul Ricoeur, God noemen.


Indeling: Les 1 Inleiding .
Voor een inleiding in de wijsgerige godsleer beginnen we met een tekst van Tomás Halík. Met deze tekst als uitgangspunt verzamelen we vragen van de wijsgerige godsleer.

Les 2 Plato
De wijsgerige godsleer ontstaat in de traditie van het Avondland vanuit tenminste twee impulsen. Ten eerste de kritiek die ontstaat op het mythisch denken. Dat betekent tegelijk de ontdekking dat door te denken kritiek mogelijk is op gangbare voorstellingen van goden. Dit opent de weg voor wijsgerige godsleer die tegelijk religiekritiek is.
Ten tweede de ontdekking van Parmenides dat het denken over de werkelijkheid dient te gebeuren vanuit het principe van eenheid en waarheid.
Deze twee ontdekking van het denken hebben hun doorwerking in de filosofie van Plato, (427-347) die de idee van het Goede aanwijst als het principe van denken en zijn. Dit principe wordt geïdentificeerd met God.

We lezen Plato Euthyphro.

Les 3 De God van de filosofen wordt bij uitstek verwoord door Aristoteles die God beschrijft als Eerste onbewogen Beweger. Aristoteles (384-322): Metaphysica Lambda 1072 a 20 – b 30. .

Les 4 De God van de filosofen en de God van de Bijbel. Wijsgerige godsleer bij Augustinus (354-430). Augustinus maakt een intellectuele en emotionele worsteling door voor hij belijdend christen wordt. Waar liggen zijn problemen? We lezen Confessiones boek VII en X 38.

Les 5 Thomas van Aquino Summa contra Gentiles III, 1-15; 71. God en het kwaad.

Les 6 De moderne tijd. Kant de religie binnen de grenzen van de zuivere rede.

Les 7 Een terugkeer van de God van de filosofen?
Stijn Van den Bossche, ’Mogelijkerwijze komt een God ons redden. Jean Luc Marion als de filosofische wraakengel van de theologie.’ In: Donald Loose en Anton de Wit (red.) De God van de filosofen. Een omkeer van de fenomenologie. Damon 2005

Les 8 Afsluiting. Ricśur, God noemen.

Voltijd Paul Ricśur ’God noemen’.

In de voltijd lessen lezen en bespreken we het artikel ’God noemen’ van de Franse filosoof Paul Ricśur 1913-2005

Les 1 Tot aan Poetiek p. 7
Les 2 Tot p. 11
Les 3 Tot p. 15
Les 4 Tot p. 19

De student heeft steeds het college voorbereid door de opgegeven teksten te lezen.
Rond de laatste les ontvangt de student vragen voor een thuistentamen.
Het afsluitend thuistentamen is in goed en correct Nederlands geschreven en alle regels voor citeren, bronnen vermelden en zorgvuldige indeling van de tekst zijn toegepast. Dit thuistentamen wordt via Ephorus ingeleverd.

Hoorcollege Actieve participatie van de student in de les en goede voorbereiding op het college wordt verwacht.

  • Kennis van en inzicht in de wijsgerige problematiek rond het spreken over God. Niemand heeft ooit God gezien, staat in de Eerste Brief van Johannes. In deze module gaan wij in op de mogelijkheden of de bronnen voor het spreken over God, de problemen die het spreken over God met zich mee brengt en zoeken wij naar de taal waarin wij over God kunnen communiceren.

  • Doelstellingen:
  • de student kent mogelijkheden en valkuilen bij het spreken over God.
  • De student heeft kennis van enige voor wijsgerige godsleer belangrijke teksten uit de traditie.
  • De student kan de wijsgerige attitude toepassen in beroepssituaties.
  • De student is in staat de religieuze oriëntatie van de huidige samenleving te onderkennen, te duiden en er wijsgerig over te reflecteren. De student is in staat tot wijsgerig gesprek met vertegenwoordigers van verschillende overtuigingen ten aanzien van God, het christendom, godsdienst en ethische kwesties. De student is in staat de eigen overtuiging te verwoorden.

Inleiding in de wijsbegeerte, inleiding in de ethiek, systematische filosofie moeten zijn behaald.

  • Werkstuk
  • Synthetiseren (oud)
  • Begrijpen

cijfer 1-10

tentamen dient 28-11 te zijn ingeleverd bij de docent

Verplichte literatuur

  • Aristoteles (), Metafysica boek 12. (portal)
  • Augustinus (2009), Belijdenissen. Budel: Damon (portal)
  • Halík T (2014), Geduld met God. Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 1-27 (portal)
  • Immanuel Kant (2004), religie binnen de grenzen van de rede. Amsterdam: Boom (portal)
  • Plato (), Euthyphro. Xaveer de Win vertaling. Pelcmans Agora (portal)
  • Ricoeur, P (1994), God noemen. Lectures III Parijs: Éditions du Seuil, 281-305 (portal)
  • Thomas van Aquino (1990), Summa contra Gentiles. Vruchtbaar Woord Leuven: Universitaire Pers, 10-35 (portal)
  • Van den Bossche (2005), Mogelijkerwijze komt God ons redden. De God van de filosofen Budel: Damon, 162-184 (portal)

Aanbevolen literatuur

  • Wiman, Christian vert. Willem Jan Otten (2016), Mijn heldere afgrond. Amsterdam: Brandaan