Logo

Studiegids FHTL

2200LIBVSG Stage GPW master

17 ec

voltijd: 30 cu (15 bijeenkomsten)
deeltijd: 0 cu (0 bijeenkomsten)

Ma GPW jaar 2
Ma GPW jaar 1
Ma GPW/2 jaar 2
Ma GPW/2 jaar 1

Beroepsvoorbereiding

De student is in staat zelfstandig als pastoraal werker resp. geestelijk verzorger te functioneren.
Om dit zelfstandig functioneren te bevorderen krijgen in de stage – en ook in het collegeprogramma – een viertal aspecten van het pastorale werk bijzondere aandacht:
• individueel pastoraat,
• liturgie en verkondiging,
• groepspastoraat (geloofscommunicatie in groepen) en
• kerkopbouw.

Naast de kennismaking met de werkplek participeert de student in activiteiten / werkzaamheden van de professional, resp. zijn/haar stagebegeleider door deel te nemen aan bijvoorbeeld groepsbijeenkomsten, vieringen en overleg/vergaderingen. De student oefent waar mogelijk met de taken van de beroepskracht, en voert zin toenemende mate zelfstandig taken uit.

Stage inclusief werkbegeleiding

  • zie stagehandleiding

Ma GPW

  • 1.1 Gemeenteopbouw:
    - kerkelijke kaart, systeemtheorie
    - kerkmodellen
    -veranderingsprocessen, leiderschap, conflicthantering, groepsdynamica
    -agogiek, m.n. begeleiden van vrijwilligers
  • 1.2 Pastoraat:
    - conceptuele en methodische kennis van het levensbeschouwelijk gesprek;
    - theorie van gespreksvoering, rituelen in het pastoraat, presentietheorie
    - kennis van stromingen: contextueel pastoraat, bevrijdingspastoraat, levensbeschouwelijke counseling, kerygmatisch pastoraat
  • 1.3 Diakonaat:
    - wezen en geschiedenis van diakonaat
    - functies van diakonaat
    - actuele ontwikkelingen op diakonaal terrein
  • 1.4 Missionair werk:
    - missionaire presentie ,
    - interreligieuze gespreksvoering - apologetiek
  • 1.6 Liturgie en ritueel
    - kennis van liturgie en ritueel in de eigen traditie
    - doordenking van de functie van rituelen in godsdienst in het algemeen
    - kennis van bronnen en methoden voor liturgische en/of rituele vormgeving van belangrijke levensmomenten
  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
  • 2.3 Werkveld GPW
    - kennis van beroepenveld
    - netwerken
    - samenwerken met andere disciplines - omgaan met een organisatiecontext
  • 2.4 Theologie als ambacht
    - kennis van de theologische disciplines
    - zicht op het eigene van hbo-theologie, met name op de toepasbaarheid van theologische inhouden in de beroepspraktijk
    -kennis en elementaire beheersing van methoden van kwalitatief en kwantitatief (theologisch) onderzoek
    - ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden en een onderzoeksattitude die past bij de professionele beroepspraktijk van de hbo-theoloog en het niveau van beroepsmatig handelen dat van hem of haar wordt verwacht.
  • 3.1 Kennis van bronteksten van de eigen traditie
    - inleidingsvragen
    - theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke traditie, Koran et cetera,
    - basiskennis van inhoud en genres (o.a. poëzie, profetie, apocalyptiek)
  • 3.2 Exegetische vaardigheden
    - kennis van verschillende leeswijzen
  • 3.4 Geschiedenis van de eigen traditie in context
    - hoofdlijnen van de geschiedenis van de eigen traditie en de hoofdstromingen daarin
    - hoofdlijnen van de Vroege Kerk, het grote schisma, Reformatie en Katholieke Reformatie, Moderne Tijd
    - kennis van kerkorde en regelgevingen in eigen traditie
    - kennis van religieuze ontwikkelingen in verleden en heden in religie en maatschappij; Ontwikkelingen in de samenleving op het terrein van zingeving, spiritualiteit en levensbeschouwing (new age, atheisme, ietsisme, humanisme, individualisering, subjectivering, emancipatie, verzuiling en ontzuiling, pluraliteit en secularisatie).
  • 4.3 Ethiek
    - levensbeschouwelijke ethiek - wijsgerige ethiek
    - verbinding en grenzen geloof en ethiek, zorgethiek.
    - beroepsethiek: pastoraat en macht, gender, beroepscode
  • 4.4 Godsdienstpsychologie
    - functionele en substantiële dimensies van godsdienst en religie
    - levensbeschouwing en spiritualiteit
    - intrinsieke en extrinsieke motivatie
    - psychologische stromingen en godsdienst
    - ervaring en geloof, voorwaarden voor een religieuze ervaring - effecten religieuze ervaring
    - elementaire kennis van psychopathologie en psychosomatische factoren
  • 5.1 Hermeneutiek
    - kennis van hermeneutische theorieën en methoden, taaltheorie
    - inzicht in de methodiek van het leggen van verbanden tussen de religieuze traditie en de actuele situatie
  • 5.2 Kunst en cultuur
    - kennis van doorwerking religieuze tradities in kunst en cultuur in heden en verleden
  • 5.3 Interlevensbeschouwelijke communicatie
    - het onderscheiden van de specifieke kenmerken van intra- religieuze en interreligieuze communicatie
    - kennis van verschillende culturen,
    - kennis van voorwaarden voor en methoden van dialoog

Ma GPW/2

  • 1.1 Gemeenteopbouw:
    - kerkelijke kaart, systeemtheorie
    - kerkmodellen
    -veranderingsprocessen, leiderschap, conflicthantering, groepsdynamica
    -agogiek, m.n. begeleiden van vrijwilligers
  • 1.2 Pastoraat:
    - conceptuele en methodische kennis van het levensbeschouwelijk gesprek;
    - theorie van gespreksvoering, rituelen in het pastoraat, presentietheorie
    - kennis van stromingen: contextueel pastoraat, bevrijdingspastoraat, levensbeschouwelijke counseling, kerygmatisch pastoraat
  • 1.3 Diakonaat:
    - wezen en geschiedenis van diakonaat
    - functies van diakonaat
    - actuele ontwikkelingen op diakonaal terrein
  • 1.4 Missionair werk:
    - missionaire presentie ,
    - interreligieuze gespreksvoering - apologetiek
  • 1.6 Liturgie en ritueel
    - kennis van liturgie en ritueel in de eigen traditie
    - doordenking van de functie van rituelen in godsdienst in het algemeen
    - kennis van bronnen en methoden voor liturgische en/of rituele vormgeving van belangrijke levensmomenten
  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
  • 2.3 Werkveld GPW
    - kennis van beroepenveld
    - netwerken
    - samenwerken met andere disciplines - omgaan met een organisatiecontext
  • 2.4 Theologie als ambacht
    - kennis van de theologische disciplines
    - zicht op het eigene van hbo-theologie, met name op de toepasbaarheid van theologische inhouden in de beroepspraktijk
    -kennis en elementaire beheersing van methoden van kwalitatief en kwantitatief (theologisch) onderzoek
    - ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden en een onderzoeksattitude die past bij de professionele beroepspraktijk van de hbo-theoloog en het niveau van beroepsmatig handelen dat van hem of haar wordt verwacht.
  • 3.1 Kennis van bronteksten van de eigen traditie
    - inleidingsvragen
    - theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke traditie, Koran et cetera,
    - basiskennis van inhoud en genres (o.a. poëzie, profetie, apocalyptiek)
  • 3.2 Exegetische vaardigheden
    - kennis van verschillende leeswijzen
  • 3.4 Geschiedenis van de eigen traditie in context
    - hoofdlijnen van de geschiedenis van de eigen traditie en de hoofdstromingen daarin
    - hoofdlijnen van de Vroege Kerk, het grote schisma, Reformatie en Katholieke Reformatie, Moderne Tijd
    - kennis van kerkorde en regelgevingen in eigen traditie
    - kennis van religieuze ontwikkelingen in verleden en heden in religie en maatschappij; Ontwikkelingen in de samenleving op het terrein van zingeving, spiritualiteit en levensbeschouwing (new age, atheisme, ietsisme, humanisme, individualisering, subjectivering, emancipatie, verzuiling en ontzuiling, pluraliteit en secularisatie).
  • 4.3 Ethiek
    - levensbeschouwelijke ethiek - wijsgerige ethiek
    - verbinding en grenzen geloof en ethiek, zorgethiek.
    - beroepsethiek: pastoraat en macht, gender, beroepscode
  • 4.4 Godsdienstpsychologie
    - functionele en substantiële dimensies van godsdienst en religie
    - levensbeschouwing en spiritualiteit
    - intrinsieke en extrinsieke motivatie
    - psychologische stromingen en godsdienst
    - ervaring en geloof, voorwaarden voor een religieuze ervaring - effecten religieuze ervaring
    - elementaire kennis van psychopathologie en psychosomatische factoren
  • 5.1 Hermeneutiek
    - kennis van hermeneutische theorieën en methoden, taaltheorie
    - inzicht in de methodiek van het leggen van verbanden tussen de religieuze traditie en de actuele situatie
  • 5.2 Kunst en cultuur
    - kennis van doorwerking religieuze tradities in kunst en cultuur in heden en verleden
  • 5.3 Interlevensbeschouwelijke communicatie
    - het onderscheiden van de specifieke kenmerken van intra- religieuze en interreligieuze communicatie
    - kennis van verschillende culturen,
    - kennis van voorwaarden voor en methoden van dialoog
  • Je ontwikkelt een duidelijke pastorale identiteit.
  • Je pastorale identiteit is geworteld in persoonlijk, volwassen en authentiek geloof.
  • Je kunt functioneren als spiritueel leider.
  • Je kunt anderen helpen in hun omgang met God.
  • Je verwerft voldoende agogische competenties.
  • Je kunt bekwaam, effectief en methodisch verantwoord optreden in verschillende pastorale rollen van hulpverlener, geestelijk begeleider, liturg, predikant, catecheet, actievoerder.
  • Je bent in staat tot zelfreflectie en open communicatie.
  • Je bent in staat tot reflectie op eigen pastoraal handelen.
  • Je kunt zowel zelfstandig als collegiaal functioneren.
  • Je kunt leiding geven binnen een pastorale setting, in constructief samenspel met vrijwilligers.

Ma GPW

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Ma GPW/2

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Voltooide bachelor GPW.

  • Stageverslag
  • Reflectie/Leerverslag
  • Analyseren
  • Synthetiseren (oud)

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur