Logo

Studiegids FHTL

19PRWIWR Inleiding wereldreligies


Martinus, Mirte

5 ec

voltijd: 44 cu (22 bijeenkomsten)
deeltijd: 26 cu (13 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 1
Ba DRL jaar 1

Religiewetenschappen

Tijdens dit college bestuderen we het boek God is not one van Stephen Prothero. Aan de hand van zijn boek kijken we naar het hindoeïsme, boeddhisme, jodendom en de islam. Wat houden ze in en kunnen we ze met elkaar vergelijken?

Van de studenten wordt verwacht dat ze de colleges voorbereiden door de juiste hoofdstukken uit het handboek voor te bereiden en de losse huiswerkopdrachten te maken (bv. Het kijken van een TedTalk, het lezen van een artikel, het geven van een korte presentatie)

Hoorcollege

  • Onthouden: De student kan de verschillen tussen theologie en religiewetenschap benoemen (5%)
  • Onthouden: De student kan basiskennis van het jodendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme reproduceren (35%)
  • Begrijpen: De student legt de ontstaansgeschiedenis, rituelen, gebruiken en stromingen van het jodendom, islam, hindoe�sme en boeddhisme uit. (25%)
  • Toepassen: De student past kennis van het jodendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme toe (25%)
  • Analyseren: De student kan actuele religieuze fenomenen duiden (5%)
  • Synthetiseren (oud): De student creëert zijn eigen definitie van religie in verhouding tot bestaande definities (5%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba GB

  • 3.1 Kennis van bronteksten van de eigen traditie
    - inleidingsvragen
    - theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke traditie, Koran et cetera,
    - basiskennis van inhoud en genres (o.a. poëzie, profetie, apocalyptiek)
  • 5.3 Interlevensbeschouwelijke communicatie
    - het onderscheiden van de specifieke kenmerken van intra- religieuze en interreligieuze communicatie
    - kennis van verschillende culturen,
    - kennis van voorwaarden voor en methoden van dialoog

Ba DRL

  • 2.1 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van Jodendom.
  • 2.3 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van islam.
  • 2.4 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van hindoeïsme.
  • 2.5 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van boeddhisme.
  • 8.3 Kennis van, inzicht in en toepassen van o.a. multimediale werkvormen (ICT, social media); activerende groepswerkvormen; beelddidactische werkvormen; levensbeschouwelijke gespreksvormen.
 

Ba GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.

Opdrachten

In de studiewijzer staan soms huiswerkopdrachten per college aangegeven

Door de reeks heen

minimaal van voldoende niveau

  • Schriftelijk tentamen
  • Onthouden
  • Begrijpen
  • Toepassen
  • Analyseren
  • Synthetiseren (oud)

cijfer 1-10

10 werkdagen na inlevering van het gemaakte werk

Verplichte literatuur

  • Prothero, P. (2011), God is not one. HarperCollins Publishers Inc., 388, 1e druk (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2020 - 2021

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Onthouden De student kan de verschillen tussen theologie en religiewetenschap benoemen (Ba GB: Competent in professionaliseren Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (5%)
Onthouden De student kan basiskennis van het jodendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme reproduceren (Ba GB: Competent in professionaliseren Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (35%)
Begrijpen De student legt de ontstaansgeschiedenis, rituelen, gebruiken en stromingen van het jodendom, islam, hindoe�sme en boeddhisme uit. (Ba GB: Competent in professionaliseren Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
Toepassen De student past kennis van het jodendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme toe (Ba GB: Competent in professionaliseren Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
Analyseren De student kan actuele religieuze fenomenen duiden (Ba GB: Competent in professionaliseren Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (5%)
Synthetiseren (oud) De student creëert zijn eigen definitie van religie in verhouding tot bestaande definities (Ba GB: Competent in professionaliseren Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (5%)