Logo

Studiegids FHTL

19PKGIDR Inleiding docent religie levensbeschouwing

5 ec

voltijd: 48 cu (24 bijeenkomsten)
deeltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 1
Ba DRL jaar 1

Patrologie en kerkgeschiedenis

De student leert een onderdeel uit de kerkgeschiedenis om te zetten naar concreet lesmateriaal voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs.

Daarnaast wordt de ontwikkeling van het vak godsdienst/levensbeschouwing zelf in een historisch perspectief geplaatst. De diverse stromingen binnen het vak worden weergegeven en in een historisch kader geplaatst.

Tevens wordt aandacht besteed in de voorbereidende colleges aan algemene en vakdidactische principes, zodat de studenten inzicht hebben hoe kennisoverdracht plaatsvindt.

Er worden twee beroepsproducten gemaakt door de VT studenten en één door de DT studenten. Het beroepsproduct wordt gemaakt onder begeleiding van de docent. Het eerste beroepsproduct, alleen voor VT studenten, is het organiseren van een rondleiding voor collega eerstejaars theologiestudenten. Het tweede beroepsproduct, voor zowel VT als DT studenten, bestaat uit het maken van een lessenserie voor leerlingen uit de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs.

Voor verdere informatie over de inhoud van deze onderwijsmodule word je verwezen naar de studiehandleiding die beschikbaar is op de portal.

Beroepsproduct: het maken van een rondleiding: zie voor informatie studiehandleiding op de portal: docent Marieke Maes

Verplichte aanwezigheid
Actieve bijdrage
Maken beroepsproduct
Presenteren beroepsproduct

Werkcollege

  • Studenten verzamelen informatie over een historisch onderwerp uit de eerste acht eeuwen van de geschiedenis van het christendom.
  • De studenten werken samen aan het maken van een eindproduct op een constructieve manier en metvergelijkbare inzet als de anderen en kunnen feedback daarop meenemen in het werk.
  • Studenten passen de didactische theorieën en leertheorieën toe op het te maken didactisch materiaal.

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 6.2 Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de concepten uit de christelijke traditie.
  • 6.3 Kennis van en inzicht in de geschiedenis van het christendom. Kennis van methoden van geschiedwetenschap en periodisering.
  • 6.4 Verhouding tot religieuze antieke cultussen als Isis, Zarathustra, Griekse en Romeinse Goden. Verhouding tot Jodendom en islam. Verhouding tot religies en culturen in gebieden waar het christendom zich verspreidde als de nieuwe godsdienst.
  • 8.1 Kennis van en inzicht in de plaats van het vak in de culturele, historische en maatschappelijke context.
    Toepassing van levensbeschouwelijke, religieuze of religiewetenschappelijke optiek op basis van informatie en argumenten.
  • 8.2 Kennis van, inzicht in, en toepassing van verschillende (vak-) didactische concepten en methodes voor het vak.
    Opnemen toetsing en beoordeling.
  • 8.3 Kennis van, inzicht in en toepassen van o.a. multimediale werkvormen (ICT, social media); activerende groepswerkvormen; beelddidactische werkvormen; levensbeschouwelijke gespreksvormen.
  • 8.6 Kennis van en inzicht in de plaats van het vak G/L in zijn context van school en cultuur. Toepassing van daaruit door een bijdrage te kunnen leveren aan de school(organisatie).

Ba GB

  • 1.5 Godsdienstpedagogiek:
    - kennis van jeugdcultuur, geloofsbeleving van jongeren
    - inzicht in verschillende benaderingen van geloofseducatie met jongeren en volwassenen (mystagogiek, gemeentepedagogiek, levenslang leren, discipelschapmodel) - kennis van geloofsontwikkeling
    - inzicht in voorbereiding en uitvoering van educatieve trajecten, methodes en methodieken
    - kennis van ontwikkelingen in jeugd- en jongerenwerk
  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
  • 3.4 Geschiedenis van de eigen traditie in context
    - hoofdlijnen van de geschiedenis van de eigen traditie en de hoofdstromingen daarin
    - hoofdlijnen van de Vroege Kerk, het grote schisma, Reformatie en Katholieke Reformatie, Moderne Tijd
    - kennis van kerkorde en regelgevingen in eigen traditie
    - kennis van religieuze ontwikkelingen in verleden en heden in religie en maatschappij; Ontwikkelingen in de samenleving op het terrein van zingeving, spiritualiteit en levensbeschouwing (new age, atheisme, ietsisme, humanisme, individualisering, subjectivering, emancipatie, verzuiling en ontzuiling, pluraliteit en secularisatie).
 

Ba DRL

  • 3.1.1 Zijn eigen onderwijs vormgeven, afstemmen op het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen, uitvoeren,
    evalueren en bijstellen
  • 3.1.2 Samenwerken met collega’s in - en waar relevant ook buiten - de eigen instelling en zijn professionele
    handelen waar nodig afstemmen met hen.
  • 3.2.1 De leraar beheerst de leerstof qua kennis en vaardigheden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent
    de theoretische en praktische achtergronden van zijn vak. Hij kan de leerstof op een begrijpelijke en
    aansprekende manier samenstellen, uitleggen en demonstreren hoe ermee gewerkt moet worden. In de
    context van het beroepsgerichte onderwijs houdt dit in dat de beheersing van de leerstof ook gericht is op
    de beroepspraktijk en de verbinding van de theorie aan de (beroeps-)praktijk.
  • 3.3.1 Hij brengt een duidelijke relatie aan tussen de leerdoelen, het niveau en de kenmerken van zijn leerlingen,
    de vakinhoud en de inzet van de verschillende methodieken en middelen.
  • 3.3.A1 De leraar heeft kennis van verschillende leer- en onderwijstheorieën die voor zijn onderwijspraktijk relevant
    zijn en kan die herkennen in het leren van zijn leerlingen. In de context van het beroepsgerichte onderwijs
    houdt dit onder andere in dat hij zich verdiept in de theoretische en praktische aspecten van leren op de
    werkplek.
  • 3.3.A4 De leraar heeft kennis van digitale leermaterialen en -middelen. Hij kent de technische en pedagogischdidactische mogelijkheden en beperkingen daarvan.
  • 3.3.B.a2 Samenhangende lessen17 uitwerken met passende werkvormen, materialen en media, afgestemd op het
    niveau en de kenmerken van zijn leerlingen. In de context van het beroepsgerichte onderwijs houdt dit in
    dat hij onderwijs kan vormgeven gericht op de beroepspraktijk.

Ba GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Opdrachten

eerste vier colleges opdrachten verplicht inleveren
Plan van aanpak maken
Eerste proeve van het ontwikkelde materiaal
Opzet van de presentatie

VT colleges Marieke Maes: alle opdrachten en presentatie

Na het 4e, 7e en 9e college; VT college Marieke Maes eindpresentatie

Na het 4e college bindend, na 7e en 9e advies; VT colleges Marieke Maes behaald = voorwaarde voor deelname toets collegereeks Inleiding Docent religie levensbeschouwing

  • Overall toets
  • Evalueren
  • Synthetiseren (oud)
  • Toepassen
  • Onthouden

cijfer 1-10

15 werkdagen

Verplichte literatuur

  • Alii, E.T. (2009), Godsdienstpedagogiek. Zoetermeer: Meinema (portal)
  • Geerts, W. en Van Kralingen, R. (2020), Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho, 3e druk (aanschaffen)
  • Roebben, B. (2015), Inclusieve Godsdienstpedagogiek. Leuven: Acco, 33-54 (portal)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2018 - 2019

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Studenten verzamelen informatie over een historisch onderwerp uit de eerste acht eeuwen van de geschiedenis van het christendom. () (%)
De studenten werken samen aan het maken van een eindproduct op een constructieve manier en metvergelijkbare inzet als de anderen en kunnen feedback daarop meenemen in het werk. () (%)
Studenten passen de didactische theorieën en leertheorieën toe op het te maken didactisch materiaal. () (%)