Logo

Studiegids FHTL

19PBWBEW De Bijbel en zijn wereld

5 ec

voltijd: 44 cu (22 bijeenkomsten)
deeltijd: 26 cu (13 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 1
Ba DRL jaar 1

Heilige Schrift

Spontaan zou je zeggen dat de Bijbel nog nauwelijks iets betekent in ons hedendaagse leven. Maar zonder dat je het waarschijnlijk merkt, speelt de Bijbel nog steeds een belangrijke rol. Niet alleen de cultuur van vroeger is er mee overspoeld, ook in hedendaagse films, romans, gedichten, popmuziek, schilderijen, videoclips vind je voortdurend verwijzingen naar dat oude boek. Daarnaast is de Bijbel, zowel voor joden als voor christenen, een belangrijk document waarop men teruggrijpt om inspiratie op te doen en om er geloofsuitspraken op te baseren.
Voor heel wat studies is (enige) kennis van de Bijbel een groot voordeel. Dat geldt bijvoorbeeld voor studies als geschiedenis en kunstgeschiedenis, voor letteren en theaterwetenschappen. Voor de studie van theologie is het echter een must om een aantal belangrijke aspecten van dat oude boek te bestuderen, zoals bijvoorbeeld:
- Hoe zit die Bijbel, dat dikke boek, eigenlijk een bibliotheek met boeken, in elkaar?
- Hoe en wanneer is deze verzameling van heilige boeken tot stand gekomen?
- Welke theologische visies vinden we in de Bijbel en wanneer zijn die in omloop gekomen?
- Hoe gaan de schrijvers van het Nieuwe Testament en de Rabbijnen om met teksten uit hun tradities (resp. het Oude Testament / de Hebreeuwse Bijbel)?
- Op welke wijze worden (en werden) bijbelteksten door joden en christenen uitgelegd?

Deze cursus is een eerste stap op de weg om te leren met de Bijbel om te gaan. We bespreken hoe de Bijbel in elkaar zit, in welke periode(s) de verschillende delen zijn ontstaan en gegroeid, en welke theologische concepten daarachter schuilgaan. Om dat goed te kunnen plaatsen zul je iets te horen krijgen over de geschiedenis van het oude Israƫl en van de omringende culturen. Je maakt kennis met enkele methoden van exegese. Er zijn - zowel in heden als in verleden - heel wat verschillende benaderingen en leesperspectieven ontwikkeld en gepraktiseerd. Wat willen ze nu eigenlijk en vanuit welke vooronderstellingen gaan zij uit?

Je bereidt elk college goed voor, opdat tijdens de colleges uitwisseling en uitdaging mogelijk is.
Tijdens de colleges heb je een open en actieve houding, met respect voor ieders inbreng.
Halverwege de reeks kijk je werk van een of meer andere studenten na en bespreek je met elkaar de producten
Gedurende de collegereeks houd je een logboekje bij over je persoonlijke bevindingen. Dit vormt de basis voor je reflectie op deze collegereeks.

Nota bene: Laptopgebruik is alleen toegestaan om aantekeningen te maken.
Bijbelteksten zoek je op in een (zak)bijbel die je zelf meeneemt, en niet op je telefoon of laptop.

Voltijd woensdagcolleges: je maakt en stuurt de opdrachten in, je neemt deel aan de discussies en gesprekken tijdens bijeenkomsten.

Hoorcollege

  • Onthouden: De student beschrijft en definieert de bijbel en diens inhoud zodanig dat blijkt dat hij kennis heeft over opbouw, achtergronden, ontstaansgeschiedenis, gebruik etc. (50%)
  • Onthouden: De student beschrijft een bijbeltekst en licht toe waar deze in de bijbel staat, tot welke genre deze behoort en geeft bijzonderheden over (mogelijk) auteurschap, datering en andere achtergrondaspecten. (20%)
  • Toepassen: De student onderkent en beschrijft een bijbelverwijzing in een culturele uiting. De student relateert culturele uiting en bijbeltekst aan elkaar, en interpreteert de betekenis die de kunstenaar gee (15%)
  • Analyseren: De student analyseert een bijbelgedeelte en doet uitspraken over de mogelijke thematiek die aan de orde is in dit deel, en zijn maakt een (basale) exegese. (10%)
  • De student reflecteert op zijn eigen positie ten aanzien van de bijbel voor, tijdens en na de collegereeks. (5%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 3.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van de hermeneutische theorieën op zowel schriftelijke teksten als andere (kunst-)uitingen.

Ba GB

  • 3.1 Kennis van bronteksten van de eigen traditie
    - inleidingsvragen
    - theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke traditie, Koran et cetera,
    - basiskennis van inhoud en genres (o.a. poëzie, profetie, apocalyptiek)
  • 3.2 Exegetische vaardigheden
    - kennis van verschillende leeswijzen
  • 5.2 Kunst en cultuur
    - kennis van doorwerking religieuze tradities in kunst en cultuur in heden en verleden
 

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.

Ba GB

  • A.1 Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden en op basis daarvan passend te handelen.
  • A.1.e Reflecteert op en legt verbinding (theoretisch en praktisch) tussen een specifieke religieuze traditie en de huidige cultuur en samenleving.
  • A.3 Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen.
  • A.3.b Is in staat kritisch te reflecteren op religieuze tra-dities of stromingen, bijbehorende geschriften, gebruiken en symbolen en weet die op waarde te schatten.

Geen

Opdrachten

Halverwege: opdracht rond bijbel en cultuur.
Aan het einde: reflectieverslag

Halverwege (opdracht) en aan het einde (reflectieverslag)

Voldoende of onvoldoende

  • Schriftelijk tentamen
  • Onthouden
  • Toepassen
  • Analyseren

cijfer 1-10

10 werkdagen na inlevering

Verplichte literatuur

  • NBV Studiebijbel (2008), De Nieuwe Bijbelvertaling met uitleg, achtergronden en illustraties. Heerenveen: Jongbloed (aanschaffen)
  • Snoek, H. (2010), Een huis om in te wonen. Uitleg en interpretatie van de Bijbel. Kampen: Kok (aanschaffen)

Aanvullende verplichte literatuur voltijdstudenten

  • Verheij, A. (2018), God en ik. Wat je als weldenkende 21-eeuwer kunt leren van de bijbel. Atlas (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2020 - 2021

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Onthouden De student beschrijft en definieert de bijbel en diens inhoud zodanig dat blijkt dat hij kennis heeft over opbouw, achtergronden, ontstaansgeschiedenis, gebruik etc. () (50%)
Onthouden De student beschrijft een bijbeltekst en licht toe waar deze in de bijbel staat, tot welke genre deze behoort en geeft bijzonderheden over (mogelijk) auteurschap, datering en andere achtergrondaspecten. () (20%)
Toepassen De student onderkent en beschrijft een bijbelverwijzing in een culturele uiting. De student relateert culturele uiting en bijbeltekst aan elkaar, en interpreteert de betekenis die de kunstenaar gee () (15%)
Analyseren De student analyseert een bijbelgedeelte en doet uitspraken over de mogelijke thematiek die aan de orde is in dit deel, en zijn maakt een (basale) exegese. () (10%)
De student reflecteert op zijn eigen positie ten aanzien van de bijbel voor, tijdens en na de collegereeks. () (5%)