Logo

Studiegids FHTL

19HWBGFI Geschiedenis van de filosofie


Maes, Marieke

3 ec

voltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)
deeltijd: 16 cu (8 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 3
Ba GB jaar 2
Ba DRL jaar 3
Ba DRL jaar 2

Wijsbegeerte

In deze module maken we een reis door de filosofie vanaf Plotinus tot nu. Aan de orde komen: het samenkomen van filosofie en geloof in de Middeleeuwen, het nieuwe begin van de Renaissance, de vraagstelling van de Verlichting, filosofie vandaag.

De student leest van te voren de opgegeven teksten. Zie verder studiehandleiding.

Hoorcollege

  • Begrijpen: Studenten lezen een tekst en verwoorden de inhoud adequaat. (25%)
  • Toepassen: Studenten integreren de behandelde stof in hun theologiestudie en passen deze toe in de beroepspraktijk. (25%)
  • Analyseren: Studenten benoemen de vragen waar de behandelde filosofen over hebben nagedacht. (25%)
  • De studenten reflecteren over eigen filosofische vragen en antwoorden die in verband met de behandelde stof opkomen. (25%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba GB

  • 3.1 Kennis van bronteksten van de eigen traditie
    - inleidingsvragen
    - theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke traditie, Koran et cetera,
    - basiskennis van inhoud en genres (o.a. poëzie, profetie, apocalyptiek)
  • 3.4 Geschiedenis van de eigen traditie in context
    - hoofdlijnen van de geschiedenis van de eigen traditie en de hoofdstromingen daarin
    - hoofdlijnen van de Vroege Kerk, het grote schisma, Reformatie en Katholieke Reformatie, Moderne Tijd
    - kennis van kerkorde en regelgevingen in eigen traditie
    - kennis van religieuze ontwikkelingen in verleden en heden in religie en maatschappij; Ontwikkelingen in de samenleving op het terrein van zingeving, spiritualiteit en levensbeschouwing (new age, atheisme, ietsisme, humanisme, individualisering, subjectivering, emancipatie, verzuiling en ontzuiling, pluraliteit en secularisatie).
  • 4.3 Ethiek
    - levensbeschouwelijke ethiek - wijsgerige ethiek
    - verbinding en grenzen geloof en ethiek, zorgethiek.
    - beroepsethiek: pastoraat en macht, gender, beroepscode
  • 5.1 Hermeneutiek
    - kennis van hermeneutische theorieën en methoden, taaltheorie
    - inzicht in de methodiek van het leggen van verbanden tussen de religieuze traditie en de actuele situatie
  • 5.2 Kunst en cultuur
    - kennis van doorwerking religieuze tradities in kunst en cultuur in heden en verleden

Ba DRL

  • 1.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van modellen om religies (en stromingen binnen religies) met elkaar te kunnen vergelijken; kennis van theorieën over het ontstaan en functie van religie, en van het systeemkarakter van religieuze tradities. Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse benaderingswijzen van levensbeschouwing;
    van levensbeschouwelijke vormen van taal en betekenis van taal; van symbolisch verstaan van taal.
  • 3.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van de hermeneutische theorieën op zowel schriftelijke teksten als andere (kunst-)uitingen.
  • 4.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van fundamentele vragen over bestaan, ontstaan, tijd-ruimte, eindigheid, leven en diverse vormen van onderscheid tussen al wat is.
  • 4.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van verschijnselen die behoren tot de godsdienstfilosofie en culturele antropologie en over analyse en interpretatie van godsdienstfilosofische teksten en argumentaties.
  • 4.3 Kennis van, inzicht in drogredenen; interne en externe validiteit; inductie en deductie; verifiëren en falsificeren.
  • 5.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse stromingen binnen de descriptieve en normatieve ethiek.
  • 5.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse concepten die de relatie tussen ethiek en religie.
  • 5.3 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse profielen van ethiek en ethische benadering op maatschappelijke en actuele problematieken.
  • 5.4 Kennis van, inzicht in en toepassing van de wijze waarop ethiek gestalte krijgt in diverse gebieden.
 

Ba GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.
  • 3.2.1 De leraar beheerst de leerstof qua kennis en vaardigheden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent
    de theoretische en praktische achtergronden van zijn vak. Hij kan de leerstof op een begrijpelijke en
    aansprekende manier samenstellen, uitleggen en demonstreren hoe ermee gewerkt moet worden. In de
    context van het beroepsgerichte onderwijs houdt dit in dat de beheersing van de leerstof ook gericht is op
    de beroepspraktijk en de verbinding van de theorie aan de (beroeps-)praktijk.

Inleiding in de filosofie]moet met een voldoende zijn afgerond.

  • Schriftelijk tentamen
  • Begrijpen
  • Toepassen
  • Analyseren

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

  • Bor J. (red.) (2003 of la), 25 Eeuwen Westerse Filosofie. Amsterdam: Boom (aanschaffen)
  • Maes M. (2017), Syllabus Inleiding Wijsbegeerte. (portal)

Aanbevolen literatuur

  • Bor, Jan en Errit Petersma (2000), De Verbeelding van het denken. Amsterdam: Contact
 

 

Toetsmatrijs 2019 - 2020

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Begrijpen Studenten lezen een tekst en verwoorden de inhoud adequaat. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
Toepassen Studenten integreren de behandelde stof in hun theologiestudie en passen deze toe in de beroepspraktijk. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
Analyseren Studenten benoemen de vragen waar de behandelde filosofen over hebben nagedacht. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
De studenten reflecteren over eigen filosofische vragen en antwoorden die in verband met de behandelde stof opkomen. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)