Logo

Studiegids FHTL

19HWBFET Filosofische ethiek


Maes, Marieke

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 2
Ba DRL jaar 2

Wijsbegeerte

Doelstelling van deze module is het kunnen onderscheiden van verschillende profielen van ethiek. En daarnaast reflecteren op eigen morele stellingname ten aanzien van ethische kwesties.

Aan de orde komen:
Wat is ethiek? De profielen van Aristoteles, Thomas, Kant, Rawls, Levinas.

de student heeft steeds de opgegeven literatuur gelezen en de vragen voorbereid.

Hoorcollege

  • Begrijpen: Studenten onderscheiden verschillende profielen van ethiek. (25%)
  • Analyseren: Studenten analyseren eigentijdse politieke en ethische problemen. (25%)
  • Evalueren: De studenten reflecteren op hun eigen morele stellingname. (25%)
  • Evalueren: Studenten verantwoorden morele keuzen op grond van filosofisch-ethische reflectie. (25%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba GB

  • 1 II a Kennis van filosofische, theologische en godsdienstwetenschappelijke vragen rond het fenomeen religie en zingeving.
  • 1 II c Kennis van filosofische en ethische stromingen, concepten en modellen en esthetische (kunst en cultuur) uitingen van zingeving.
  • 1 III c Kennis van methoden voor het bespreken van ethische dilemma’s (bv. moreel beraad).
  • 9 c Kennis van beroepsethiek.

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 1.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van modellen om religies (en stromingen binnen religies) met elkaar te kunnen vergelijken; kennis van theorieën over het ontstaan en functie van religie, en van het systeemkarakter van religieuze tradities. Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse benaderingswijzen van levensbeschouwing;
    van levensbeschouwelijke vormen van taal en betekenis van taal; van symbolisch verstaan van taal.
  • 4.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van fundamentele vragen over bestaan, ontstaan, tijd-ruimte, eindigheid, leven en diverse vormen van onderscheid tussen al wat is.
  • 5.3 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse profielen van ethiek en ethische benadering op maatschappelijke en actuele problematieken.
  • 5.4 Kennis van, inzicht in en toepassing van de wijze waarop ethiek gestalte krijgt in diverse gebieden.
 

Ba GB

  • A.1 Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden en op basis daarvan passend te handelen.
  • A.1.a Legt op methodische wijze verbanden (theoretische en praktische) tussen een specifieke religieuze tradi-tie en de actuele situatie.
  • A.1.c Duidt maatschappelijke en culturele processen in het licht van een specifieke religieuze traditie.
  • A.1.e Reflecteert op en legt verbinding (theoretisch en praktisch) tussen een specifieke religieuze traditie en de huidige cultuur en samenleving.
  • A.3 Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen.
  • A.3.c Geeft evenwichtig en op een authentieke, integere en ethisch verantwoorde wijze vorm aan zijn profes-sionele identiteit.
  • A.3.d Reflecteert op de eigen religieuze en spirituele ontwikkeling.
  • B.4.c Onderzoekt (veranderingen in) de context van de praktijk waarin hij zijn beroep uitoefent (organisatie, geloofsgemeenschap, wijk), en vertaalt de resultaten in praktische aanbevelingen voor verbetering van die praktijk.

Ba DRL

  • 3.1 Een bekwame leraar is een leraar die heeft aangetoond dat hij met zijn vakinhoudelijke, vakdidactische en
    pedagogische kennis en kunde zijn werk als leraar en als deelnemer aan de professionele onderwijsgemeenschap die hij samen met zijn collega’s vormt, kan verrichten op een professioneel doelmatige en verantwoorde wijze.j
  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.
  • 3.2.4 De leraar heeft zich theoretisch en praktisch verdiept in de leerstof voor dat deel van het curriculum waarin
    hij werkt, namelijk één of meer van de verschillende leerwegen van het vmbo, het praktijkonderwijs, de
    onderbouw havo/vwo of de verschillende typen en niveaus van de educatie en het beroepsonderwijs.
  • 3.4.B10 Hij is in staat tot kritische reflectie op zichzelf in de pedagogische relatie.
  • 3.4.B8 Hij kan zijn onderwijs en zijn pedagogische omgang met zijn leerlingen uitleggen en verantwoorden.

De onderdelen uit de propedeuse van de discipline Wijsbegeerte dienen behaald te zijn

  • Werkstuk
  • Begrijpen
  • Analyseren
  • Evalueren

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

  • Maes Marieke (), Syllabus wijsgerige ethiek. In eigen beheer (portal)
  • Melle van, A & Peter van Zilfhout (2008), Woorden & Daden. Amsterdam: Boom (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2021 - 2022

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Begrijpen Studenten onderscheiden verschillende profielen van ethiek. (Ba GB: Hermeneutisch competent ,Pastoraal competent/ competent in geestelijke begeleiding Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
Analyseren Studenten analyseren eigentijdse politieke en ethische problemen. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Professionele basis voor goed leraarschap ,Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)
Evalueren De studenten reflecteren op hun eigen morele stellingname. (Ba GB: Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Pedagogisch bekwaam ,Professionele basis voor goed leraarschap ) (25%)
Evalueren Studenten verantwoorden morele keuzen op grond van filosofisch-ethische reflectie. (Ba GB: Agogisch competent ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Professionele basis voor goed leraarschap ,Vakinhoudelijk bekwaam ) (25%)