Logo

Studiegids FHTL

19HBWOTE Oude Testament

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 2
Ba DRL jaar 2

Heilige Schrift

De verhalen in de Bijbel staan centraal, met name de Tora (de eerste vijf bijbelboeken), de Vroege Profeten, maar ook teksten uit de Geschriften en de deuterocanonieke boeken.
In deze cursus ligt een grote nadruk op een tekstuele invalshoek. Daarbij wordt een afwisseling van vakspecifieke kennis en concrete vaardigheden nagestreefd. Het historisch perspectief van de eerstejaars cursus wordt uitgebouwd naar een vakintern historisch doorzicht. Daarnaast is er aandacht voor diverse manieren van exegetiseren.

Verschillende benaderingen van een tekst, theoretische achtergrond en toepassing ervan.

TENTAMINERING:
Paper waarin de stof wordt toegepast.
Nadere informatie hierover wordt in de colleges gegeven.

Per college bereidt de student de opgegeven literatuur voor.
Tijdens de bijeenkomsten doet de student actief mee: vragen stellen, discussiëren, problematiseren, actualiseren etc.

De deeltijdstudenten bestuderen zelfstandig stof die in de studiewijzer bij de voltijdbijeenkomsten staat vermeld. Ook deze literatuur behoort tot de tentamentstof.

Werkcollege

  • De student is in staat zelf een perikoop te exegetiseren, bijvoorbeeld aan de hand van narratieve analyse.
  • De student plaatst de Tora, de Vroege Profeten en de Geschriften (TeNaCh) bijbels-theologisch binnen de Bijbel en relateert de bijbelboeken aan elkaar.
  • De student beschrijft de inhoud van de Tora, Profeten en Geschriften.
  • De student heeft een basisbagage van teksten om te kunnen gebruiken bij rituelen en levensbeschouwelijke gesprekken.

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba GB

  • 1.6 Liturgie en ritueel
    - kennis van liturgie en ritueel in de eigen traditie
    - doordenking van de functie van rituelen in godsdienst in het algemeen
    - kennis van bronnen en methoden voor liturgische en/of rituele vormgeving van belangrijke levensmomenten
  • 2.4 Theologie als ambacht
    - kennis van de theologische disciplines
    - zicht op het eigene van hbo-theologie, met name op de toepasbaarheid van theologische inhouden in de beroepspraktijk
    -kennis en elementaire beheersing van methoden van kwalitatief en kwantitatief (theologisch) onderzoek
    - ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden en een onderzoeksattitude die past bij de professionele beroepspraktijk van de hbo-theoloog en het niveau van beroepsmatig handelen dat van hem of haar wordt verwacht.
  • 3.1 Kennis van bronteksten van de eigen traditie
    - inleidingsvragen
    - theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke traditie, Koran et cetera,
    - basiskennis van inhoud en genres (o.a. poëzie, profetie, apocalyptiek)
  • 3.2 Exegetische vaardigheden
    - kennis van verschillende leeswijzen
  • 5.1 Hermeneutiek
    - kennis van hermeneutische theorieën en methoden, taaltheorie
    - inzicht in de methodiek van het leggen van verbanden tussen de religieuze traditie en de actuele situatie
  • 5.2 Kunst en cultuur
    - kennis van doorwerking religieuze tradities in kunst en cultuur in heden en verleden

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 1.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van modellen om religies (en stromingen binnen religies) met elkaar te kunnen vergelijken; kennis van theorieën over het ontstaan en functie van religie, en van het systeemkarakter van religieuze tradities. Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse benaderingswijzen van levensbeschouwing;
    van levensbeschouwelijke vormen van taal en betekenis van taal; van symbolisch verstaan van taal.
  • 3.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van de hermeneutische theorieën op zowel schriftelijke teksten als andere (kunst-)uitingen.
  • 8.4 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse exegetische methoden en herkennen van manieren van tekstlezen.
 

Ba GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.

Met succes afgeronde deelname aan het eerstejaarsvak De Bijbel en zijn wereld.

Oefentoets

De studenten beoordelen elkaars werk.

  • Reflectie/Leerverslag
  • Werkstuk
  • Onthouden
  • Toepassen
  • Analyseren

cijfer 1-10

10 dagen na inlevering van het gemaakte werk.

Verplichte literatuur

  • NBV Studiebijbel (2008), De Nieuwe Bijbelvertaling met uitleg, achtergronden en illustraties. Heerenveen: Jongbloed (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

  • C.J. den Heyer, P. Schelling (2000), Symbolen in de bijbel woorden en hun betekenis. Zoetermeer: Meinema
  • F. Maas, K. Spronk, J. Maas (red.) (2005), De Bijbel spiritueel. Bronnen van geestelijk leven in de bijbelse geschriften. Zoetermeer: Meinema, (antiquarisch of via bibliotheek)
  • Fokkelman, F. en W. Weren (red.), (2005), De Bijbel literair. Opbouw en gedachtegang van de bijbelse geschriften en hun onderlinge relaties.. Zoetermeer: Meinema, (antiquarisch of via bibliotheek)
  • M. Barnard & G. van de Haar (red.) (2009), De Bijbel cultureel. De Bijbel in de kunsten van de twintigste eeuw. Zoetermeer: Meinema
  • Verheij, A. (2018), God en ik. Wat je als weldenkende 21-eeuwer kunt leren van de bijbel. Atlas
 

 

Toetsmatrijs 2020 - 2021

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
De student is in staat zelf een perikoop te exegetiseren, bijvoorbeeld aan de hand van narratieve analyse. () (%)
De student plaatst de Tora, de Vroege Profeten en de Geschriften (TeNaCh) bijbels-theologisch binnen de Bijbel en relateert de bijbelboeken aan elkaar. () (%)
De student beschrijft de inhoud van de Tora, Profeten en Geschriften. () (%)
De student heeft een basisbagage van teksten om te kunnen gebruiken bij rituelen en levensbeschouwelijke gesprekken. () (%)