Logo

Studiegids FHTL

19MSWOND Ondernemerschap


Hogema, Ellen

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 3
Minor RL/GB jaar 1
BijsGB jaar 1

Menswetenschappen

Steeds meer mensen met een theologie opleiding gaan werken als ondernemer. De meesten als ZZP-er, maar soms ook ontstaat een grotere onderneming. Veel mensen met een theologie achtergrond hebben een missie en een roeping. Het verwoorden daarvan, maar vooral het “vermarkten” daarvan, is een ander verhaal. Studenten vragen wel eens: Kun je God vermarkten?
Daar gaan we het samen over hebben. Maar zeker ook de vraag: Wat moet je kennen, kunnen en zijn om je eigen onderneming op te zetten?, staat centraal in dit college.
In het college wordt het boek “ik werk voor mezelf, doe-het-zelf ondernemersplan gebruikt. Aan de hand van dit boek doorlopen we alle stadia van het ondernemerschap. Ieder hoofdstuk eindigt met een aantal vragen. Deze vragen zijn leidraad voor de bespreking van de lesstof in het college. Naast dit boek zal de docent extra literatuur of korte opdrachten inbrengen. Van de studenten wordt gevraagd om actief mee te doen. Indien mogelijk zal er een gastdocent komen.

Van de student wordt verwacht dat hij/zij op tijd aanwezig is, actief meedoet in de colleges en 80% aanwezig is.
De eindtoets bestaat uit het inleveren van een ondernemersplan. Op 2 momenten in de collegereeks zal er getoetst worden door een “elevatorpitch” te doen over het plan dat je voor een onderneming hebt. En verderop in de collegereeks presenteer je onderneming vanuit de idee dat je investeerders zoekt.Daarnaast krijgt de student een aantal opdrachten die in de colleges als leermoment worden ingebracht. De opdrachten tellen mee voor de hoogte van het eindcijfer.

Werkcollege

  • Studenten benoemen de kennis, vaardigheden en gedrag van het ondernemer zijn
  • Studenten formuleren hun eigen ondernemende houding
  • Studenten beschouwen of en in hoeverre ondernemerschap bij hun persoonlijkheid past
  • Studenten creeeren door het schrijven van een ondernemersplan de mogelijkheid van een nieuwe onderneming

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba GB

  • 2.3 Werkveld GPW
    - kennis van beroepenveld
    - netwerken
    - samenwerken met andere disciplines - omgaan met een organisatiecontext

BijsGB

  • 2.3 Werkveld GPW
    - kennis van beroepenveld
    - netwerken
    - samenwerken met andere disciplines - omgaan met een organisatiecontext

Minor RL/GB

  • 2.3 Werkveld GPW
    - kennis van beroepenveld
    - netwerken
    - samenwerken met andere disciplines - omgaan met een organisatiecontext
 

Ba GB

  • A.1.e Reflecteert op en legt verbinding (theoretisch en praktisch) tussen een specifieke religieuze traditie en de huidige cultuur en samenleving.
  • B.1 Het vermogen om zorg te dragen voor de organisatorische zaken die samenhangen met het werken in of vanuit een (kerkelijke) organisatie, instelling en ook in meer dynamische contexten waaronder in vrijgevestigde praktijken.
  • B.2 Het vermogen om samen te werken met collega’s en andere betrokkenen of doelgroepen, zowel binnen als buiten de (kerkelijke of levensbeschouwelijke) organisatie.
  • B.4.c Onderzoekt (veranderingen in) de context van de praktijk waarin hij zijn beroep uitoefent (organisatie, geloofsgemeenschap, wijk), en vertaalt de resultaten in praktische aanbevelingen voor verbetering van die praktijk.

BijsGB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Minor RL/GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

De propedeuse dient behaald te zijn

Opdrachten

2 opdrachten ongeveer 6de en 11de college

voldoende of meer zonder bindend advies

  • Reflectie/Leerverslag
  • Werkstuk
  • Reflectie/Leerverslag
  • Werkstuk
  • Onthouden

cijfer 1-10

10 werkdagen

Verplichte literatuur

  • Korsten, Wim (2018), Ik werk voor mezelf. Doe het zelf ondernemingsplan. De eigen zaak, 3de druk (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2019 - 2020

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Studenten benoemen de kennis, vaardigheden en gedrag van het ondernemer zijn () (%)
Studenten formuleren hun eigen ondernemende houding () (%)
Studenten beschouwen of en in hoeverre ondernemerschap bij hun persoonlijkheid past () (%)
Studenten creeeren door het schrijven van een ondernemersplan de mogelijkheid van een nieuwe onderneming () (%)