Logo

Studiegids FHTL

19SPTSRC Spreken in rituele context


Govaart, Andries

2 ec

voltijd: 16 cu (8 bijeenkomsten)
deeltijd: 12 cu (6 bijeenkomsten)

Ko Gb jaar 1

Pastorale en liturgische theologie

Leren spreken in een specifiek rituele context. Gebruik kunnen maken van diverse modellen van overweging: betoog, narratief, getuigenis. Performatief spreken en gebed uitspreken, onderscheid kunnen maken tussen eigen tekst en ’heilige tekst’. Functie van het inleiden in een ritueel, klassieke rituelen en nieuwe/wilde rituelen.

aanwezigheid, casus inleveren, litteratuur

Practicum

  • De student kan adequaat kiezen voor een klassiek of nieuw ritueel binnen de gegeven context. De student heeft zicht op eigen biografie en voorkeuren waar het gaat over het voorgaan of begeleiden van een ritueel. De student onderscheidt diverse wijze van s
  • De student kan adequaat kiezen voor een klassiek of nieuw ritueel binnen de gegeven context. De student heeft zicht op eigen biografie en voorkeuren waar het gaat over het voorgaan of begeleiden van een ritueel. De student onderscheidt diverse wijze van s

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ko Gb

  • 1.6 Liturgie en ritueel
    - kennis van liturgie en ritueel in de eigen traditie
    - doordenking van de functie van rituelen in godsdienst in het algemeen
    - kennis van bronnen en methoden voor liturgische en/of rituele vormgeving van belangrijke levensmomenten
 

Ko Gb

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

De onderdelen uit de hoofdfase van de discipline Pastorale en liturgische theologie dienen behaald te zijn

Reflectieverslag

na afloop

  • Begrijpen
  • Evalueren

cijfer 1-10

10 dagen

Verplichte literatuur

  • Govaart A (2009), Het woord laten spreken. Berne Heeswijk (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2018 - 2019

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
De student kan adequaat kiezen voor een klassiek of nieuw ritueel binnen de gegeven context. De student heeft zicht op eigen biografie en voorkeuren waar het gaat over het voorgaan of begeleiden van een ritueel. De student onderscheidt diverse wijze van s () (%)
De student kan adequaat kiezen voor een klassiek of nieuw ritueel binnen de gegeven context. De student heeft zicht op eigen biografie en voorkeuren waar het gaat over het voorgaan of begeleiden van een ritueel. De student onderscheidt diverse wijze van s () (%)