Logo

Studiegids FHTL

19SBVSG4 Stage 4 Geestelijk begeleider

10 ec

voltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)
deeltijd: 24 cu (12 bijeenkomsten)

Ko Gb jaar 1

Beroepsvoorbereiding

In het vierde jaar van de bachelor opleiding theologie staat een stage geprogrammeerd. Deze stage heeft een algemeen pastoraal karakter. Dit houdt in dat verschillende pastorale werkvelden (b.v. een parochie, ziekenhuis, verpleeghuis, dienstverlening, gevangenis etc.) voor het lopen van deze stage in aanmerking komen.
Het is de bedoeling dat de stage in een pastorale setting plaatsvindt.
Wat de stagewerkzaamheden zelf betreft (o.a. observaties doen, diverse activiteiten ondernemen met het oog op vieringen, catechese en individuele gespreksvoering, rapportages verzorgen e.d.) kan de student zijn eigen keuzes maken. Wel moet in acht genomen worden dat projectmatig werken met groepen het belangrijkste onderdeel van deze stage is.
Deze accentuering heeft te maken met de eindtermen van de bachelor opleiding: het zelfstandig kunnen leiden van groepen. Stageactiviteiten waarin geen enkele vorm van groepswerk een rol speelt komen in deze fase van de opleiding derhalve niet in aanmerking.
Bij de concrete invulling van de stage-activiteiten is het van belang om de competenties en gedragsindicatoren van het eindbeoordelingsformulier als richtsnoer te gebruiken.
Studenten krijgen, afhankelijk van de mogelijkheden van d eopleiding, werkbegeleiding, individuele- of groepssupervisie. daarbij staan de werkervaringen uit de stage centraal.

dat de student zijn beschikbare stagetijd over meerdere activiteiten verdeelt.
Het werken met groepen moet onderdeel zijn van het stageprogramma.
b) dat de student niet alleen van observeren leert, maar ook daadwerkelijk het pastorale werk ter hand neemt ook in (bege)leidende rollen.
c) dat een zeker evenwicht gevonden wordt tussen activiteiten die meer incidenteel uitgevoerd en gepland kunnen worden (b.v. huisbezoek, preken) en activiteiten die om meer continuïteit vragen (b.v. werken met groepen).
d) dat de student werkervaringen op schrift stelt en deze bespreekt in de supervisie/werkbegeleiding
e) dat de student na afloop van elke werkbegeleidings/supervisiebijeenkomst en voorafgaand aan de volgende bijeenkomst een reflectieverslag schrijft volgens de richtlijnen op de portal.

Stage inclusief werkbegeleiding

  • de student kan in verhalen van mensen het levensbeschouwelijk horen;
  • de student realiseert haar/zijn eigen leerdoelen: die helder, positief geformuleerd en in toetsbare eindtermen zijn verwoord;
  • de student reflecteert systematisch op de eigen stage-ervaringen en die van de medestudenten en is in staat hier leerpunten uit te formuleren.
  • verdieping van de geloofshouding.

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ko Gb

  • 1.2 Pastoraat:
    - conceptuele en methodische kennis van het levensbeschouwelijk gesprek;
    - theorie van gespreksvoering, rituelen in het pastoraat, presentietheorie
    - kennis van stromingen: contextueel pastoraat, bevrijdingspastoraat, levensbeschouwelijke counseling, kerygmatisch pastoraat
  • 1.6 Liturgie en ritueel
    - kennis van liturgie en ritueel in de eigen traditie
    - doordenking van de functie van rituelen in godsdienst in het algemeen
    - kennis van bronnen en methoden voor liturgische en/of rituele vormgeving van belangrijke levensmomenten
  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
 

Ko Gb

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

De onderdelen uit de hoofdfase van de discipline Beroepsvoorbereiding dienen behaald te zijn

  • Reflectie/Leerverslag
  • Stageverslag

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2018 - 2019

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
de student kan in verhalen van mensen het levensbeschouwelijk horen; () (%)
de student realiseert haar/zijn eigen leerdoelen: die helder, positief geformuleerd en in toetsbare eindtermen zijn verwoord; () (%)
de student reflecteert systematisch op de eigen stage-ervaringen en die van de medestudenten en is in staat hier leerpunten uit te formuleren. () (%)
verdieping van de geloofshouding. () (%)