Logo

Studiegids FHTL

19HBVSD3 Stage 3 Docent religie levensbeschouwing

6 ec

voltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)
deeltijd: 14 cu (7 bijeenkomsten)

Beroepsvoorbereiding

De stage-opzet staat beschreven in de stagehandleiding.
De verschillende onderdelen van de stage kennen hun eigen accenten: observeren, oriënteren, lesopzet maken, les voorbereiden, les geven, resultaat bespreken en reflectie.
In deze colleges zullen de verschillende stappen die gezet moeten worden binnen de stage, begeleid worden. Daarnaast worden door de studenten zaken ingebracht m.b.t. de stage, waarmee zij problemen ervaren.

De student loopt stage op een school voor middelbaar onderwijs en geeft lessen aan klassen binnen het tweedegraads gebied (VMBO, onderbouw Havo/Vwo). De student houdt een logboek bij, maakt een planning, lesobservaties, lesopzetten en lesverslagen. Daarnaast maakt hij de eindopdracht van de stage en voert deze ook uit. Een gedetailleerde beschrijving van wat de student moet doen, is terug te vinden in de stagehandleiding.
Naast begeleiding van bovenstaande brengt de student tijdens de colleges problemen in aan de hand waarvan deze besproken en behandeld zullen worden. Te denken valt aan klassenmanagement, lesvoorbereiding, lesopzet en toetsing.

Werkbegeleiding

  • Studenten beschrijven hun stage-ervaringen op een neutrale manier, waarbij zij onderscheid maken tussen de gebeurtenissen en hun opvattingen erover.
  • Studenten lichten hun ervaringen toe, verhelderen de problemen en reiken vragen aan waarmee zij hun probleem verwoorden.
  • Studenten kiezen een oplossingsstrategie en kunnen deze verantwoorden.
  • Studenten passen de oplossingsstrategie toe en leggen daar verslag van.

De student heeft een bacheloropleiding theologie of een vergelijkbare studie afgerond.

Leerverslag

cijfer 1-10

15 werkdagen

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2022 - 2023

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
De student schrijft een stageverslag op basis van de eisen zoals vermeld in de stagehandleiding. Hij/zij evalueert de eigen ervaringen en reflecteert op de eigen stage aan de hand van vooraf (en indien gewenst tijdens de stage) geformuleerde leerdoelen. () (%)
De student is in staat op problemen te benoemen en hierbij oplossingsstrategieën te bedenken, die gekoppeld worden aan opgedane kennis en ervaringen. () (%)
De student is in staat diverse vormen van communicatie in te zetten en te analyseren op de doelmatigheid. De student heeft zich op de hoogte gesteld van de mogelijkheden binnen de school en gebruikt deze mogelijkheden zo optimaal mogelijk. () (%)
De student heeft zich inhoudelijk goed voorbereid op de kennisoverdracht in de lessen en is op de hoogte van theorieën hoe dat het beste aangepakt kan worden. () (%)
De student weet een band op te bouwen met de leerlingen en deze in te zetten in het werk- en leerproces dat door de student wordt aangestuurd en begeleid. () (%)
De student past diverse theorieën uit de algemene en vakdidactiek toe in de lessen die de student geeft. () (%)
De student gebruikt verhalen en andere bronnen uit diverse levensbeschouwelijke tradities om onder meer de kennis over de diversiteit aan levensbeschouwelijke opvattingen te verhelderen, te verbreden en te verdiepen tijdens de lessen. () (%)
De student zorgt voor een veilige leeromgeving waarin leerlingen zo goed mogelijk tot leren kunnen komen. () (%)
De student maakt lesplannen per les en per serie lessen, op dat hij overzicht heeft over te behalen leerdoelen op het gebied van kennis, vaardigheden en gedrag. () (%)
De student plant zijn eigen stagewerkzaamheden en pleegt waar nodig en wenselijk overleg met stagebegeleider op de stageschool en stagecoördinator van de opleiding. De student werkt samen binnen het team van de school en de sectie van de vakdocenten. () (%)
De student schrijft een stageverslag op basis van de eisen zoals vermeld in de stagehandleiding. Hij/zij evalueert de eigen ervaringen en reflecteert op de eigen stage aan de hand van vooraf (en indien gewenst tijdens de stage) geformuleerde leerdoelen. () (%)
De student is in staat op problemen te benoemen en hierbij oplossingsstrategieën te bedenken, die gekoppeld worden aan opgedane kennis en ervaringen. () (%)
De student is in staat diverse vormen van communicatie in te zetten en te analyseren op de doelmatigheid. De student heeft zich op de hoogte gesteld van de mogelijkheden binnen de school en gebruikt deze mogelijkheden zo optimaal mogelijk. () (%)
De student heeft zich inhoudelijk goed voorbereid op de kennisoverdracht in de lessen en is op de hoogte van theorieën hoe dat het beste aangepakt kan worden. () (%)
De student weet een band op te bouwen met de leerlingen en deze in te zetten in het werk- en leerproces dat door de student wordt aangestuurd en begeleid. () (%)
De student past diverse theorieën uit de algemene en vakdidactiek toe in de lessen die de student geeft. () (%)
De student gebruikt verhalen en andere bronnen uit diverse levensbeschouwelijke tradities om onder meer de kennis over de diversiteit aan levensbeschouwelijke opvattingen te verhelderen, te verbreden en te verdiepen tijdens de lessen. () (%)
De student zorgt voor een veilige leeromgeving waarin leerlingen zo goed mogelijk tot leren kunnen komen. () (%)
De student maakt lesplannen per les en per serie lessen, op dat hij overzicht heeft over te behalen leerdoelen op het gebied van kennis, vaardigheden en gedrag. () (%)
De student plant zijn eigen stagewerkzaamheden en pleegt waar nodig en wenselijk overleg met stagebegeleider op de stageschool en stagecoördinator van de opleiding. De student werkt samen binnen het team van de school en de sectie van de vakdocenten. () (%)