Logo

Studiegids FHTL

19MRWORE Oosterse religies


Martinus, Mirte

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba DRL jaar 3
Minor RL/DRL jaar 1
Ko Drl jaar 1

Religiewetenschappen

In deze collegereeks gaan we dieper in op de oosterse religies. We staan uitgebreid stil bij het hindoeïsme en het boeddhisme, maar ook bij de kleinere religies uit het oosten, zoals het taoïsme, confucianisme, sikhisme en jaïnisme. We kijken hoe we deze oosterse ideeën het klaslokaal in kunnen krijgen.

Van de student wordt een actieve bijdrage verwacht tijdens de colleges. De opgegeven stukken dienen gelezen zijn en de opdrachten gemaakt.

Werkcollege

  • Begrijpen: De student vat de belangrijkste gedachten uit het hindoeïsme en boeddhisme samen.
  • Begrijpen: De student vat de belangrijkste gedachten uit het jainisme, Taoïsme, Confucianisme en Sikhisme samen.
  • Toepassen: De student kent de belangrijkste begrippen uit het hindoeïsme en boeddhisme en kan deze toepassen.
  • Toepassen: De student kent de belangrijkste begrippen uit het Jainisme, Taoïsme, Confucianisme en Sikhisme en kan deze toepassen.
  • Analyseren: De student analyseert de verschillen in oosters en westers denken
  • Synthetiseren (oud): De student creëert een werkboekje oosterse religies aangesloten op een specifieke doelgroep met uitgewerkte opdrachten

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 2.4 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van hindoeïsme.
  • 2.5 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van boeddhisme.

Ko Drl

  • 2.4 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van hindoeïsme.
  • 2.5 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van boeddhisme.

Minor RL/DRL

  • 2.4 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van hindoeïsme.
  • 2.5 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van boeddhisme.
 

Ba DRL

  • 3.1 Een bekwame leraar is een leraar die heeft aangetoond dat hij met zijn vakinhoudelijke, vakdidactische en
    pedagogische kennis en kunde zijn werk als leraar en als deelnemer aan de professionele onderwijsgemeenschap die hij samen met zijn collega’s vormt, kan verrichten op een professioneel doelmatige en verantwoorde wijze.j
  • 3.2.1 De leraar beheerst de leerstof qua kennis en vaardigheden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent
    de theoretische en praktische achtergronden van zijn vak. Hij kan de leerstof op een begrijpelijke en
    aansprekende manier samenstellen, uitleggen en demonstreren hoe ermee gewerkt moet worden. In de
    context van het beroepsgerichte onderwijs houdt dit in dat de beheersing van de leerstof ook gericht is op
    de beroepspraktijk en de verbinding van de theorie aan de (beroeps-)praktijk.
  • 3.3.B.a1 Doelen stellen, leerstof selecteren en ordenen.

Ko Drl

  • 3.1 Een bekwame leraar is een leraar die heeft aangetoond dat hij met zijn vakinhoudelijke, vakdidactische en
    pedagogische kennis en kunde zijn werk als leraar en als deelnemer aan de professionele onderwijsgemeenschap die hij samen met zijn collega’s vormt, kan verrichten op een professioneel doelmatige en verantwoorde wijze.j
  • 3.2.1 De leraar beheerst de leerstof qua kennis en vaardigheden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent
    de theoretische en praktische achtergronden van zijn vak. Hij kan de leerstof op een begrijpelijke en
    aansprekende manier samenstellen, uitleggen en demonstreren hoe ermee gewerkt moet worden. In de
    context van het beroepsgerichte onderwijs houdt dit in dat de beheersing van de leerstof ook gericht is op
    de beroepspraktijk en de verbinding van de theorie aan de (beroeps-)praktijk.
  • 3.3.B.a1 Doelen stellen, leerstof selecteren en ordenen.

Minor RL/DRL

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Inleiding wereldreligies uit de propedeuse moet behaald zijn.

Opdrachten

Huiswerkopdrachten

50% van het eindcijfer

  • Schriftelijk tentamen
  • Begrijpen
  • Toepassen
  • Analyseren
  • Synthetiseren (oud)

cijfer 1-10

10 werkdagen na inleveren

Verplichte literatuur

  • Jansma, R. (2010), Handboek Hindoeisme. Rotterdam: Synthese B.V. (aanschaffen)
  • Prothero, P. (2011), God is not one. HarperCollins Publishers Inc., 388, 1e druk (aanschaffen)
  • Velde, van de P. (2013), De boeddha in het tuincentrum, en andere populaire beelden van het boeddhisme. Meinema (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

  • Harvey, P. (2012), An introduction to Buddhism. Teaching, history and practices. Cambridge University Press, 2e druk
 

 

Toetsmatrijs 2019 - 2020

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Begrijpen De student vat de belangrijkste gedachten uit het hindoeïsme en boeddhisme samen. (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Begrijpen De student vat de belangrijkste gedachten uit het jainisme, Taoïsme, Confucianisme en Sikhisme samen. (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Toepassen De student kent de belangrijkste begrippen uit het hindoeïsme en boeddhisme en kan deze toepassen. (Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ,Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Toepassen De student kent de belangrijkste begrippen uit het Jainisme, Taoïsme, Confucianisme en Sikhisme en kan deze toepassen. (Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ,Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Analyseren De student analyseert de verschillen in oosters en westers denken (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Synthetiseren (oud) De student creëert een werkboekje oosterse religies aangesloten op een specifieke doelgroep met uitgewerkte opdrachten (Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) (0%)