Logo

Studiegids FHTL

19MRWRAF Religie als fenomeen


Martinus, Mirte

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 3
Ba DRL jaar 3

Religiewetenschappen

In deze collegereeks gaan we religie fenomenologisch bestuderen. Wat is religie eigenlijk voor een verschijnsel? Vanuit verschillende denkers, zoals Geertz, Freud, Marx en Durkheim gaan we kijken naar het fenomeen religie en proberen we een aantal (religieuze) verschijnselen in de samenleving te duiden.

In de gezamenlijke colleges behandelen we per college 1 van de theorieën uit het boek 9 theories of religion.
In de voltijd colleges gaan we de theorie toepassen op hedendaagse fenomenen in de samenleving.

Actieve voorbereiding van de leesstof per college.

Hoorcollege

  • Onthouden: De student vat de theorie van de behandelde denkers over religie samen
  • Begrijpen: De student legt uit in welke context de beproken theorieën van religie tot stand zijn gekomen.
  • Begrijpen: De student legt de begrippen die de denkers hanteren in eigen woorden uit.
  • Toepassen: De student past begrippen en theorieën van de besproken denkers toe om (hedendaagse) religieuze fenomenen te duiden
  • Synthetiseren (oud): De student creëert een eigen visie op religie en positioneert zichzelf ten opzichte van de besproken theorieën.
  • Evalueren: De student levert kritiek op de besproken theorieën

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 7.1 Kennis van en inzicht in actuele godsdienstsociologische thema’s in relatie tot jongerencultuur, en toepassing van de kennis en dit inzicht in praktijksituaties.
  • 7.2 Kennis van, inzicht in en toepassing van klassieke en actuele godsdienst-psychologische thema’s in relatie tot de beroepspraktijk.

Ba GB

  • 4.4 Godsdienstpsychologie
    - functionele en substantiële dimensies van godsdienst en religie
    - levensbeschouwing en spiritualiteit
    - intrinsieke en extrinsieke motivatie
    - psychologische stromingen en godsdienst
    - ervaring en geloof, voorwaarden voor een religieuze ervaring - effecten religieuze ervaring
    - elementaire kennis van psychopathologie en psychosomatische factoren
  • 4.5 Godsdienstsociologie
    - kennis van organisatievormen, godsdienstsociologische theorieën en concepten
 

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.

Ba GB

  • A.3.b Is in staat kritisch te reflecteren op religieuze tra-dities of stromingen, bijbehorende geschriften, gebruiken en symbolen en weet die op waarde te schatten.

Inleiding sociale wetenschappen uit de propedeuse dient behaald te zijn

Opdrachten

Korte presentatie van een van de denkers uit het boek.
Leesvragen bij de leesstof.

Gedurende de college reeks

Minimaal voldoende voor afronding vak

  • Schriftelijk tentamen
  • Onthouden
  • Begrijpen
  • Toepassen
  • Synthetiseren (oud)
  • Evalueren

cijfer 1-10

10 werkdagen na inlevering van het gemaakte werk

Verplichte literatuur

  • Pals, D. L. (2015), Nine theories of religion., 3e editie (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2020 - 2021

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Onthouden De student vat de theorie van de behandelde denkers over religie samen () (0%)
Begrijpen De student legt uit in welke context de beproken theorieën van religie tot stand zijn gekomen. (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Begrijpen De student legt de begrippen die de denkers hanteren in eigen woorden uit. () (0%)
Toepassen De student past begrippen en theorieën van de besproken denkers toe om (hedendaagse) religieuze fenomenen te duiden (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)
Synthetiseren (oud) De student creëert een eigen visie op religie en positioneert zichzelf ten opzichte van de besproken theorieën. () (0%)
Evalueren De student levert kritiek op de besproken theorieën (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (0%)