Logo

Studiegids FHTL

19MWBREC Religie en cultuur


Maes, Marieke

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 3
Ba DRL jaar 3
Minor RL jaar 1
Minor RL/GB jaar 1
Minor RL/DRL jaar 1

Wijsbegeerte

Tussen religie en cultuur bestaat een voortdurende wisselwerking, ook in een samenleving als de onze waarin religie uit de openbare ruimte teruggedrongen wordt. Religie en cultuur bevragen elkaar voortdurend en dankzij dit voortgaande gesprek komt veel kunst tot stand. Inzet van het gesprek tussen religie en cultuur zijn thema’s als: het Heilige, en goed en kwaad. In beeldende kunst, literatuur, film en muziek gaan wij op zoek naar de wijze waarop het Heilige en vragen naar goed en kwaad vandaag in kunst aanwezig zijn. Door op zoek te gaan naar het Heilige en naar goed en kwaad in kunst, krijgen we mogelijkheden in handen onze eigen tijd en onze eigen positie daarin te interpreteren. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor het geven van lessen levensbeschouwing en het voeren van levensbeschouwelijke gesprekken.
Beeldende kunst, enige voorbeelden: Marc Mulders. In ons lesgebouw hangen diverse kunstwerken van de kunstenaar Marc Mulders. In het Catharijne Convent is een groot glas in lood raam door hem ontworpen. Hoe is het Heilige, goed en kwaad op deze en eventueel andere kunstwerken aanwezig?
Literatuur keuze uit bijvoorbeeld: Willem Jan Otten, Frans Kellendonk, Nina Weijers.
Film: van de gebroeders Dardenne (nog te overleggen)
Muziek: Johann Sebastian Bach
Muziek: de studenten nemen zelf muziek mee waarin deze thema’s aan de orde zijn.

Actieve participatie. Schrijven recensie en essay. Presentatie muziek. Geven feed back op mede studenten. Beeldende kunst interpreteren en interpretatie verantwoorden. Film analyseren. Zie voor uitgebreide toelichting op werkwijze en bijdrage van de student de studiehandleiding bij studiematerialen op de portal.

Werkcollege

  • Analyseren: De student analyseert een hedendaagse film op levensbeschouwelijke thema's. (20%)
  • Analyseren: De student analyseert een moderne roman op de aanwezigheid van levensbeschouwelijke of bijbelse thema's. (20%)
  • Synthetiseren (oud): De student schrijft een recensie over de gekozen roman. Uit recensie blijkt dat je een doelgroep voor ogen hebt. De recensie heeft een duidelijke structuur en goed onderbouwde argumentatie. (20%)
  • Synthetiseren (oud): De student presenteert muziek naar keuze. In je presentatie laat je zien hoe het thema goed, kwaad en vergeving in tekst en muziek gepresenteerd worden. (20%)
  • De student voert een levensbeschouwelijk gesprek over een door film of roman aangedragen thema, volgens de methode van socratische gespreksvoering. (20%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Minor RL

  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
  • 2.1. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van religie.
  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 2.2. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van godsdienst.
  • 2.5. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van filosofie.
  • 4.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van verschijnselen die behoren tot de godsdienstfilosofie en culturele antropologie en over analyse en interpretatie van godsdienstfilosofische teksten en argumentaties.
  • 4.2. Vragen over de zin van het bestaan: Wie ben ik in relatie tot kennis, inzicht, ervaring,
    intuïtie en openbaring?

Minor RL/DRL

  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
  • 2.1. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van religie.
  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 2.2. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van godsdienst.
  • 2.5. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van filosofie.
  • 4.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van verschijnselen die behoren tot de godsdienstfilosofie en culturele antropologie en over analyse en interpretatie van godsdienstfilosofische teksten en argumentaties.
  • 4.2. Vragen over de zin van het bestaan: Wie ben ik in relatie tot kennis, inzicht, ervaring,
    intuïtie en openbaring?

Minor RL/GB

  • 2.1 Persoon en professie
    - kennis van gendervraagstukken in relatie tot religie en de eigen genderpositie in het werk
    - kennis van diverse reflectiemethoden
    -kennis van vormen en methoden van spirituele vorming en praktijken met het oog op de eigen spirituele vorming
    - algemene kennis van ICT- gebruik en ICT- vaardigheden en gebruik sociale media
  • 2.1. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van religie.
  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 2.2. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van godsdienst.
  • 2.5. Theologische, antropologische, fenomenologische en sociaal-culturele aspecten van filosofie.
  • 4.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van verschijnselen die behoren tot de godsdienstfilosofie en culturele antropologie en over analyse en interpretatie van godsdienstfilosofische teksten en argumentaties.
  • 4.2. Vragen over de zin van het bestaan: Wie ben ik in relatie tot kennis, inzicht, ervaring,
    intuïtie en openbaring?

Ba GB

    Geen kennisbasis gevonden.

Ba DRL

  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 4.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van verschijnselen die behoren tot de godsdienstfilosofie en culturele antropologie en over analyse en interpretatie van godsdienstfilosofische teksten en argumentaties.
 

Minor RL

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Minor RL/DRL

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Minor RL/GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Ba GB

  • A.1 Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden en op basis daarvan passend te handelen.
  • A.4.a Maakt gebruik van symbolen, beelden en voorbeelden om levensbeschouwelijke onderwerpen ter sprake te brengen en uit te leggen.

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.

De propedeuse dient behaald te zijn

  • Essay
  • Presentatie
  • Reflectie/Leerverslag
  • Analyseren
  • Synthetiseren (oud)

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur

  • Borgman E. (2009), Ruimten waar het heilige aan het licht komt. Verdult Ph. (red.) God en kunst Nijmegen: Lannoo, 288-307
  • Bosman, F & Arnold Smeets (2017), Gods letterproeverij. Nijmegen: Valkhof Pers
  • Botton, de A & J. Armstrong (2013), Kunst als therapie. Houten: Terra Lannoo
  • Braembussche A Van den (2012), Denken over kunst. Bussum : Coutinho
  • Francken V. (2017), Röntgenfotomodel. Amsterdam: De Bezige Bij
  • Goud J (red.) (2013), Het leven volgens Willem Jan Otten. Zoetermeer: Klement
  • Kellendonk F (1992), Complete Werk. Amsterdam: Meulenhof
  • M. Barnard & G. van de Haar (red.) (2009), De Bijbel cultureel. De Bijbel in de kunsten van de twintigste eeuw. Zoetermeer: Meinema
  • Maes M (2017), De Bijbel open in het werk van Willem Jan Otten . Kerugma 60 2 2016-2017 Utrecht: Gooi en Sticht, 2-18
  • Meer Vonne van der (2017), Brood, zout, wijn. Amsterdam: Atlas Contact
  • Otten Willem Jan (1998), Eindaugustuswind. Amsterdam: Van Oorschot
  • Otten Willem Jan (2004), Specht en Zoon. Amsterdam: van Oorschot
  • Otten Willem Jan (2009), De beweging het personage in. Onze Lieve Vrouwe van de Schemering Amsterdam: Van Oorschot, 101-112
  • Otten Willem Jan (2011), De Vlek. Amsterdam: van Oorschot
  • Straten R. van ((2002) 201), Inleiding in de iconografie. Bussum: Coetinho, vijfde druk
  • Weijers, Nina (2014), De Consequenties. Amsterdam: Atlas Contact
 

 

Toetsmatrijs 2019 - 2020

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Analyseren De student analyseert een hedendaagse film op levensbeschouwelijke thema's. (Ba GB: Hermeneutisch competent ) (20%)
Analyseren De student analyseert een moderne roman op de aanwezigheid van levensbeschouwelijke of bijbelse thema's. (Ba GB: Hermeneutisch competent ) (20%)
Synthetiseren (oud) De student schrijft een recensie over de gekozen roman. Uit recensie blijkt dat je een doelgroep voor ogen hebt. De recensie heeft een duidelijke structuur en goed onderbouwde argumentatie. (Ba GB: Communicatief competent ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) (20%)
Synthetiseren (oud) De student presenteert muziek naar keuze. In je presentatie laat je zien hoe het thema goed, kwaad en vergeving in tekst en muziek gepresenteerd worden. (Ba GB: Communicatief competent ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) (20%)
De student voert een levensbeschouwelijk gesprek over een door film of roman aangedragen thema, volgens de methode van socratische gespreksvoering. (Ba GB: Communicatief competent Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) (20%)