Logo

Studiegids FHTL

19SBVLB2 Leerlingbegeleiding 2

2 ec

voltijd: 16 cu (8 bijeenkomsten)
deeltijd: 12 cu (6 bijeenkomsten)

Menswetenschappen

In deel 2 van leerlingbegeleiding wordt ingegaan op de verschillende soorten leerlingbegeleiding die er kunnen zijn op school: pedagogisch, cognitief, planning/organisatie sociaal.
Daarbinnen komen een aantal specifieke problemen aan bod: faalangst, ASS, ADHD, ODD.
Als gereedschap om hier mee om te kunnen gaan worden gesprekstechnieken behandeld en ingeoefend.
Tenslotte is er aandacht voor het ethische aspect aan leerlingbegeleiding, waarbij de student/e zelf een casus inbrengt.

De student werkt de gegeven literatuur per college van tevoren door, zodat er in het college zelf ruimte is voor trainingsdoeleinden en behandeling van casuïstiek.
De student brengt een eigen casus in uit de praktijk en levert daarbij materiaal aan uit krant/tijdschrift.
De student laat tijdens het college zien de stof van het college te begrijpen en in te kunnen zetten in een gegeven praktijksituatie.

Werkcollege

College leerlingbegeleiding 1 (ontwikkelingspsychologie en mentoraat) aan FHTL is gevolgd of een vergelijkbare module aan een andere opleiding.

Opdrachten

Pag. 260-372; • Wal, J. van der, J. de Wilde (2017), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho, 5e druk

Tijdens de colleges

onvoldoende met bindend advies voor studievoortgang, voldoende of meer zonder bindend advies

  • Overall toets
  • Toepassen
  • Analyseren
  • Evalueren

cijfer 1-10

15 werkdagen

Verplichte literatuur

  • Wal, J. van der, J. de Wilde (2021), Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho, 6e druk (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

  • Bakker-de Jong, M. , I. Mijland (2018), Handboek voor elke mentor. Esch: Quirijn, 16e
 

 

Toetsmatrijs 2021 - 2022

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
De student kan de vormen van leerbegeleiding op een school benoemen. De student plaatst deze in de context van de pedagogische keuzes die een school gemaakt heeft. De student benoemt gevolgen van de keuze van een school welke soorten leerlingbegeleidin () (%)
De student kent verschillende interventies die een docent kan doen om leerlingen te begeleiden op groepsniveau en individueel niveau. De student kent verschillende manieren om pedagogisch te handelen en kan zijn keuze voor een bepaald scenario in een bep () (%)
De student kent reductietechnieken voor faalangst. De student benoemt de mogelijkheden om faalangstig gedrag van leerlingen te onderkennen tijdens de lessen. De student benoemt mogelijke aanpakken van faalangst binnen en buiten de lessen. () (%)
De student herken de problematiek bij leerlingen van ASS, ODD, ADHD. De student kent de aandachtspunten bij deze problematiek. De student weet hoe te handelen en kan dat verantwoorden. De student kan een behandelingsplan voor de aanpak in de les opste () (%)
De student kent de beperkingen en mogelijkheden van de volgende gesprekstechnieken en weet deze in te zetten: Diagnose-recept, Participatie, Twee kolommen, Slecht nieuws, Conflictoplossing () (0%)