19HSTTGO Theologische godsleer en christologie
5 ec
voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)
Ba GB jaar 3
Ba DRL jaar 3
Fundamentele en dogmatische theologie
Theologische Godsleer en christologie bouwt voort op de cursus Inleiding christelijke theologie. Centraal staat de christelijke visie op God. Uitgangspunt is dat de ervaring met Jezus Christus heeft geleid tot een herdefinitie (aldus Rikhof) van God als Vader, Zoon en Geest. De cursus begint met een reflectie op Jezus Christus en op zijn menselijke en zijn goddelijke natuur. Vandaaruit verschuift de focus naar het spreken over de eenheid en drieheid van God. Ten slotte wordt ingezoomd op het spreken over de Geest van God, die na de Christus ervaring als Geest van Christus de gestalte van Jezus aanneemt (Wissink), met nadruk op vergeving.
Aan het einde van de cursus schrijf je als toets een werkstuk. Je oefent daarmee je vermogen tot schriftelijk theologisch reflecteren. Dit heb je straks in jaar vier nodig als je het beroepsproduct voor systematische theologie schrijft: in de beroepsproduct laat je zien dat je in staat bent systematische theologische thema’s in je beroepspraktijk te herkennen, de vragen die daaromtrent leven te articuleren en daarop met behulp van systematische theologische literatuur te reflecteren met oog op de beroepspraktijk.
Studenten bereiden van de tevoren de teksten voor zoals die in de studiehandleiding bij iedere bijeenkomst staat opgegeven.
Hoorcollege
Ba GB
Ba DRL
Ba GB
Ba DRL
De onderdelen uit de propedeuse van de discipline Fundamentele en dogmatische theologie dienen behaald te zijn
n.v.t.
cijfer 1-10
10 werkdagen
Toetsmatrijs 2020 - 2021
beoord. niveau | leerdoel | toetsitem | weging |
---|---|---|---|
Onthouden | De student beschrijft de verschillen een overeenkomsten tussen het spreken van de Bijbel en het spreken van de Koran over Jezus / Isa () | (0%) | |
Onthouden | De student beschrijft de christologische discussies uit de eerste eeuwen van het christendom () | (0%) | |
Onthouden | De student benoemt enkele hedendaagse christologische en triniteitstheologische discussies () | (0%) | |
Begrijpen | De student vertelt in eigen woorden de betekenis van het geloof in de drie-ene God voor de andere geloofsgeheimen van het christelijk geloof () | (0%) | |
Begrijpen | De student legt uit hoe analogie en appropriatie als taalhandelingen functioneren in het spreken over God de Drie-ene en hoe beide zich tot elkaar verhouden () | (0%) | |
Evalueren | De student onderscheidt de christologische visies uit de eerste eeuwen van het christendom en verbindt deze met christelijke kerkgenootschappen uit deze tijd () | (0%) |