Logo

Studiegids FHTL

19MSPP Spirituele praktijken

5 ec

voltijd: 46 cu (23 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

MinRZ jaar 1

Je eigen ervaring is het uitgangspunt van de reis die in deze cursus gemaakt wordt langs de vele vormen waarop spiritualiteit in de praktijk aan bod kan komen: via (christelijke) vormen als gebed, contemplatie, meditatie, rituelen, levenskunst, maar ook mindfulness en yoga.

  • Onthouden: De student definieert de term spiritualiteit
  • Onthouden: De student beschrijft diverse spirituele vormen
  • Begrijpen: De student onderscheidt spiritualiteitvormen naar individueel, leken- en instituutsniveau
  • Begrijpen: De student onderscheidt diverse spirituele vormen naar oorsprong, doel, en praktische vormgeving
  • Toepassen: De student relateert verschillende spirituele vormen aan elkaar
  • De student treedt met een open houding elke spirituele vorm tegemoet
  • De student reflecteert op de mogelijke waarde en betekenis van spiritualiteitsvormen voor zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling

Klik hier voor de toetsmatrijs.

MinRZ

    Geen kennisbasis gevonden.
 

MinRZ

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

De propedeuse dient behaald te zijn

  • Onthouden
  • Begrijpen
  • Toepassen

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur

  • K. Bouwman, K. Bras (red.) (2001), Werken met spiritualiteit. Baarn: Ten Have
  • L. van Aalsum (2011), Spiritualiteit in het onderwijs. Delft: Eburon
  • Roothaan, A. (2007), Spiritualiteit begrijpen. Amsterdam: Boom, 7-19; 36-41
  • Waaijman, K. (2000), Spiritualiteit. Vormen, grondslagen, methoden. Kampen: Kok
 

 

Toetsmatrijs 2019 - 2020

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Onthouden De student definieert de term spiritualiteit (MinRZ: Kennis religie en zingeving ,Religie en taal ) (0%)
Onthouden De student beschrijft diverse spirituele vormen (MinRZ: Kennis religie en zingeving ) (0%)
Begrijpen De student onderscheidt spiritualiteitvormen naar individueel, leken- en instituutsniveau (MinRZ: Kennis religie en zingeving ,Religie en taal ) (0%)
Begrijpen De student onderscheidt diverse spirituele vormen naar oorsprong, doel, en praktische vormgeving (MinRZ: Kennis religie en zingeving ) (0%)
Toepassen De student relateert verschillende spirituele vormen aan elkaar (MinRZ: Herkent zinvragen ) (0%)
De student treedt met een open houding elke spirituele vorm tegemoet (MinRZ: Houding ) (0%)
De student reflecteert op de mogelijke waarde en betekenis van spiritualiteitsvormen voor zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling (MinRZ: Zelfreflectie ) (0%)