Logo

Studiegids FHTL

19SMTBP Moraaltheologie


Flohr, Huub

10 ec

voltijd: 52 cu (26 bijeenkomsten)
deeltijd: 40 cu (20 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 4
Ba DRL jaar 4

Moraaltheologie

De collegereeks moraaltheologie bestaat uit drie delen, die gekoppeld zijn aan drie producten: 1. Morele verantwoording van een groepsgesprek 2. Casuïstiek rond individuele begeleiding 3. Onderzoek naar de morele identiteit van de werkplek.
In het eerste deel schrijf je een verantwoording voor een levensbeschouwelijk gesprek met een groep. Je levert een reflectie aan over het verloop van het gesprek met suggesties voor verbeteringen. Dit onderdeel is gekoppeld aan de volgende elementen: morele ervaring, waarde en waarheidsproblematiek, geloof en moraal, theologische fundering en thematieken.
In het tweede deel werk je aan de hand van casuïstiek met betrekking tot individuele begeleiding een verantwoording en reflectie uit ten aanzien van de rol van wet en geweten en van het belang van de morele deugd.
In het derde deel doe je een onderzoek naar een ethische kwestie die speelt binnen de samenleving en hoe er binnen je werkplek mee wordt omgegaan door directie/leidinggevenden en collega’s. Je beschrijft hoe zij argumenteren over deze kwestie en geeft daarover een morele evaluatie. Dit onderdeel is gekoppeld aan morele oordeelsvorming op het terrein van gezondheidsethiek en sociale ethiek, ontwikkeling van kerkelijk denken en de genese en de gelding van morele argumentatie.

De student werkt actief mee in de colleges.
De student levert de drie beroepsproducten op tijd aan (zie beschrijving bij inhoud van het college).

Werkcollege

  • Onthouden: De student kan de moraaltheologische uitgangspunten en methoden alsmede de vier sociaalethische basisnormen en de methode van zien, interpreteren en handelen benoemen en omschrijven; probleem ethisch definiëren; rol van het geweten, de betekenis van de m (40%)
  • Toepassen: De student kan de moraaltheologische uitgangspunten en methoden alsmede de sociaalethische basisnormen toepassen op de probleemvelden arbeid en economie, media en communicatie, milieu en ecologie, vrede en veiligheid en menselijke relaties; is in staat o (30%)
  • Evalueren: De student kan de verschillende theorieën op de diverse probleemvelden van ethiek inzetten op een verantwoorde wijze; kan zijn/haar beroepsproduct(en) inhoudelijk en qua werkwijze op zijn/haar beurt helder overdragen aan andere studenten rekening houde (20%)
  • De student is in staat om in goed Nederlands een gestructureerd verslag te maken van het moreel gesprek én een verantwoording daarvan naar de gesprekspartner(s) waarin tevens de gebruikte bronnen worden aangegeven; laat zien dat hij/zij in staat is om op (10%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 3.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van de hermeneutische theorieën op zowel schriftelijke teksten als andere (kunst-)uitingen.
  • 3.3 Kennis van, inzicht in en toepassen van de diverse gespreksvormen.
  • 4.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van fundamentele vragen over bestaan, ontstaan, tijd-ruimte, eindigheid, leven en diverse vormen van onderscheid tussen al wat is.
  • 4.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van verschijnselen die behoren tot de godsdienstfilosofie en culturele antropologie en over analyse en interpretatie van godsdienstfilosofische teksten en argumentaties.
  • 4.3 Kennis van, inzicht in drogredenen; interne en externe validiteit; inductie en deductie; verifiëren en falsificeren.
  • 5.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse stromingen binnen de descriptieve en normatieve ethiek.
  • 5.4 Kennis van, inzicht in en toepassing van de wijze waarop ethiek gestalte krijgt in diverse gebieden.
  • 6.2 Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de concepten uit de christelijke traditie.
  • 6.3 Kennis van en inzicht in de geschiedenis van het christendom. Kennis van methoden van geschiedwetenschap en periodisering.
  • 7.2 Kennis van, inzicht in en toepassing van klassieke en actuele godsdienst-psychologische thema’s in relatie tot de beroepspraktijk.
  • 8.3 Kennis van, inzicht in en toepassen van o.a. multimediale werkvormen (ICT, social media); activerende groepswerkvormen; beelddidactische werkvormen; levensbeschouwelijke gespreksvormen.
  • 8.4 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse exegetische methoden en herkennen van manieren van tekstlezen.
  • 8.6 Kennis van en inzicht in de plaats van het vak G/L in zijn context van school en cultuur. Toepassing van daaruit door een bijdrage te kunnen leveren aan de school(organisatie).

Ba GB

    Geen kennisbasis gevonden.
 

Ba DRL

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

Ba GB

    Geen landelijke bekwaamheidseisen of competenties gevonden.

De student dient stage te lopen in jaar 4 (of heeft een andere relevante beroepspraktijk).

Opdrachten

aan de hand van casuïstiek met betrekking tot individuele begeleiding een verantwoording en reflectie geven ten aanzien van de rol van wet en geweten en van het belang van de morele deugd

ter afsluiting van het tweede deel

voldoende of meer zonder bindend advies

  • Reflectie/Leerverslag
  • Onderzoeksverslag
  • Casustoets
  • Onthouden
  • Toepassen
  • Evalueren

cijfer 1-10

15 werkdagen

Verplichte literatuur

  • Flohr, Huub (), kerkelijke documenten . (via docent)
  • Flohr, Huub (2019-2020), ethiek van de menselijke relaties. (portal)
  • Flohr, Huub (2019-2020), Inleiding Moraaltheologie collegescript. (portal)
  • Flohr, Huub (2019-2020), sociale ethiek collegescript. (portal)

Aanbevolen literatuur

  • Pauselijke Raad voor rechtvaardigheid en vrede (2008), Compendium van de Sociale Leer van de kerk. Brussel: Licap, 1ste ongewijzigde herdruk
 

 

Toetsmatrijs 2022 - 2023

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Onthouden De student kan de moraaltheologische uitgangspunten en methoden alsmede de vier sociaalethische basisnormen en de methode van zien, interpreteren en handelen benoemen en omschrijven; probleem ethisch definiëren; rol van het geweten, de betekenis van de m (Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (40%)
Toepassen De student kan de moraaltheologische uitgangspunten en methoden alsmede de sociaalethische basisnormen toepassen op de probleemvelden arbeid en economie, media en communicatie, milieu en ecologie, vrede en veiligheid en menselijke relaties; is in staat o (Ba GB: Communicatief competent ,Competent in samenwerken ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) (30%)
Evalueren De student kan de verschillende theorieën op de diverse probleemvelden van ethiek inzetten op een verantwoorde wijze; kan zijn/haar beroepsproduct(en) inhoudelijk en qua werkwijze op zijn/haar beurt helder overdragen aan andere studenten rekening houde (Ba GB: Competent in organiseren en innoveren ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling Ba DRL: Pedagogisch bekwaam ) (20%)
De student is in staat om in goed Nederlands een gestructureerd verslag te maken van het moreel gesprek én een verantwoording daarvan naar de gesprekspartner(s) waarin tevens de gebruikte bronnen worden aangegeven; laat zien dat hij/zij in staat is om op (Ba GB: Agogisch competent ,Communicatief competent ,Competent in organiseren en innoveren Ba DRL: Pedagogisch bekwaam ) (10%)