Logo

Studiegids FHTL

19HBWNT Nieuwe Testament

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 2
Ba DRL jaar 2

Heilige Schrift

In de module Nieuwe Testament (NT) gaan we op verkenning in de 27 boeken binnen deze canon. De kennismaking vertrekt vanuit de teksten zelf en wel door ze samen lezen in een leerhuis setting. Daarnaast bieden de colleges inzicht in de historische context waarbinnen de teksten zijn ontstaan, in de wordingsgeschiedenis van de canon van het NT en in de rijke traditie van het uitleggen van de teksten. Daarbij wordt een methode van uitleggen - de narratieve analyse - ingeoefend die geschikt is voor het gebruik van NT teksten binnen de specifieke beroepscontexten waar studenten voor worden opgeleid, maar ook in de volle breedte van pastoraat en levensbeschouwing. De narratieve analyse biedt inzicht in de manier waarop gemeenschappen waarbinnen NT teksten zijn ontstaan de vorm ervan hebben beïnvloed, maar heeft ook aandacht voor de manier waarop de hedendaagse lezer of hoorder ervan vanuit de eigen specifieke context tot een interpretatie ervan komt. Op die manier leren studenten hoe ze de teksten van het NT op een verantwoorde manier ter sprake kunnen brengen bij allerhande actuele thema’s en de relevantie ervan voor onze samenleving kunnen verhelderen.

De belangrijkste bijdrage die van studenten wordt verwacht is nieuwsgierigheid en actieve deelname aan de colleges. Een goede voorbereiding zorgt ervoor dat studenten maximaal rendement halen uit de colleges. Die colleges zijn niet alleen bedoeld om de collegestof te presenteren, maar ook als interactieve bijeenkomsten waarin studenten vragen stellen (aan elkaar en aan de docent) en kunnen oefenen met het ’in de vingers krijgen’ van het ambacht van de exegese.

Er wordt vanuit gegaan dat studenten elk college hun Bijbel meenemen en daaruit werken.

Hoorcollege

  • Begrijpen: De student kent de thema's, vragen en verhalen van het Nieuwe Testament en kan die toepassen en actualiseren. De student herkent nieuwtestamentische thema's in hedendaagse cultuur en muziek.
  • Begrijpen: De student legt de relatie tussen het oude en nieuwe testament uit en werkt met ‘intertekstualiteit’.
  • Toepassen: De student legt een tekst adequaat uit door de richtlijnen van exegese toe te passen.

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 2.1 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van Jodendom.
  • 2.2 Kennis en inzicht in de geschiedenis, huidige verschijningsvormen en eigen aard van christendom.
  • 3.1 Kennis van, inzicht in en toepassen van de hermeneutische theorieën op zowel schriftelijke teksten als andere (kunst-)uitingen.
  • 8.2 Kennis van, inzicht in, en toepassing van verschillende (vak-) didactische concepten en methodes voor het vak.
    Opnemen toetsing en beoordeling.
  • 8.4 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse exegetische methoden en herkennen van manieren van tekstlezen.

Ba GB

  • 1 I a Kennis van de centrale religieuze en levensbeschouwelijke bronnen uit de traditie(s) waar de opleiding zich mee verbindt en kennis van (exegetische) methoden om deze bronnen te ontsluiten
  • 1 III a Kennis van hermeneutische methoden en modellen.
 

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.
  • 3.3.B.a2 Samenhangende lessen17 uitwerken met passende werkvormen, materialen en media, afgestemd op het
    niveau en de kenmerken van zijn leerlingen. In de context van het beroepsgerichte onderwijs houdt dit in
    dat hij onderwijs kan vormgeven gericht op de beroepspraktijk.

Ba GB

  • A.1 Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden en op basis daarvan passend te handelen.
  • A.1.a Legt op methodische wijze verbanden (theoretische en praktische) tussen een specifieke religieuze tradi-tie en de actuele situatie.
  • A.4.d Schrijft heldere teksten met een duidelijke structuur en opbouw.

De onderdelen uit de propedeuse van de discipline Heilige Schrift dienen behaald te zijn

  • Werkstuk
  • Begrijpen
  • Toepassen

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

  • Fokkelman, F. en W. Weren (red.), (2005), De Bijbel literair. Opbouw en gedachtegang van de bijbelse geschriften en hun onderlinge relaties.. Zoetermeer: Meinema, (antiquarisch of via bibliotheek) (aanschaffen)
  • NBV Studiebijbel (2008), De Nieuwe Bijbelvertaling met uitleg, achtergronden en illustraties. Heerenveen: Jongbloed (aanschaffen)
  • Snoek, H. (2010), Een huis om in te wonen. Uitleg en interpretatie van de Bijbel. Kampen: Kok (aanschaffen)

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2023 - 2024

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Begrijpen De student kent de thema's, vragen en verhalen van het Nieuwe Testament en kan die toepassen en actualiseren. De student herkent nieuwtestamentische thema's in hedendaagse cultuur en muziek. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakdidactisch bekwaam ) (0%)
Begrijpen De student legt de relatie tussen het oude en nieuwe testament uit en werkt met ‘intertekstualiteit’. () (0%)
Toepassen De student legt een tekst adequaat uit door de richtlijnen van exegese toe te passen. (Ba GB: Communicatief competent Ba DRL: Professionele basis voor goed leraarschap ) (0%)