Logo

Studiegids FHTL

19HSPMT1 Moraaltheologie I


Flohr, Huub

5 ec

voltijd: 32 cu (16 bijeenkomsten)
deeltijd: 20 cu (10 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 2
Ba DRL jaar 2

Moraaltheologie en spirituele theologie

De collegereeks moraaltheologie I bestaat uit twee delen, die gekoppeld zijn aan twee producten: 1. Morele verantwoording van een groepsgesprek 2. Casuïstiek rond individuele begeleiding.
In het eerste deel schrijf je een verantwoording voor een levensbeschouwelijk gesprek met een groep. Je levert een reflectie aan over het verloop van het gesprek met suggesties voor verbeteringen. Dit onderdeel is gekoppeld aan de volgende elementen: morele ervaring, waarde en waarheidsproblematiek, geloof en moraal, theologische fundering en toepassingen.
In het tweede deel werk je aan de hand van casuïstiek met betrekking tot individuele begeleiding een verantwoording en reflectie uit ten aanzien van de rol van wet en geweten en van het belang van de morele deugd.
Inhoudelijk zullen we ons bezig houden met aspecten van de fundamenten van de moraaltheologie en hun toepassing op het gebied van de menselijke relaties. Voor voltijdstudenten zal er meer aandacht gaan naar theoretische verdieping en praktische toepassing.

De student werkt actief mee in de colleges.
De student levert de twee producten op tijd aan (zie beschrijving bij inhoud van het college).

Werkcollege

  • Onthouden: De student benoemt de uitgangspunten van de moraaltheologie en beschrijft de actuele katholieke moraalprudentie. (20%)
  • Begrijpen: De student legt de betekenis van moraaltheologische begrippen en denkbeelden uit en contrasteert diverse zienswijzen. (20%)
  • Toepassen: De student past zijn kennis van zaken met betrekking tot de fundamenten van de moraaltheologie en de moraalprudentie toe op het gebied van menselijke relaties. (30%)
  • Synthetiseren (oud): De student vergelijkt standpunten in het moreel gesprek met elkaar en komt tot nieuw gezamenlijk inzicht. De student vat de grote lijnen samen van een individueel proces van inzicht. (30%)

Klik hier voor de toetsmatrijs.

Ba DRL

  • 1.1 Kennis van en inzicht in religie in de diverse wetenschappelijke benaderingen en culturele contexten; zoals Bijbelwetenschappen en systematische theologie, en vakken als godsdienstwijsbegeerte, religiegeschiedenis en godsdienstsociologie.
  • 5.2 Kennis van, inzicht in en toepassen van diverse concepten die de relatie tussen ethiek en religie.
  • 6.2 Kennis van en inzicht in de ontwikkeling van de concepten uit de christelijke traditie.

Ba GB

  • 1 I c Kennis van de geschiedenis van de traditie(s) waar de opleiding zich mee verbindt.
  • 1 I d Kennis van centrale geloofsinhouden en praktijken uit de traditie(s) waar de opleiding zich mee verbindt.
  • 1 III c Kennis van methoden voor het bespreken van ethische dilemma’s (bv. moreel beraad).
 

Ba DRL

  • 3.2 Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs beheerst. Hij ’staat boven’ de
    leerstof en kan die zo samenstellen, kiezen en/of bewerken dat zijn leerlingen die kunnen leren. De leraar kan
    vanuit zijn vakinhoudelijke expertise verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap
    en bijdragen aan de algemene vorming van zijn leerlingen. Hij houdt zijn vakkennis en -kunde actueel. Om
    vakinhoudelijk bekwaam te zijn moet de leraar ten minste het volgende in algemene termen weten en kunnen.

Ba GB

  • A.1 Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te verhelderen en te verbinden en op basis daarvan passend te handelen.

De onderdelen uit de propedeuse van de discipline Moraaltheologie en spirituele theologie dienen behaald te zijn

  • Onthouden
  • Begrijpen
  • Toepassen
  • Synthetiseren (oud)

cijfer 1-10

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur

 

 

Toetsmatrijs 2022 - 2023

beoord. niveauleerdoeltoetsitemweging
Onthouden De student benoemt de uitgangspunten van de moraaltheologie en beschrijft de actuele katholieke moraalprudentie. (Ba GB: Hermeneutisch competent Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (20%)
Begrijpen De student legt de betekenis van moraaltheologische begrippen en denkbeelden uit en contrasteert diverse zienswijzen. (Ba GB: Agogisch competent ,Communicatief competent ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling ,Hermeneutisch competent Ba DRL: Pedagogisch bekwaam ,Vakdidactisch bekwaam ) (20%)
Toepassen De student past zijn kennis van zaken met betrekking tot de fundamenten van de moraaltheologie en de moraalprudentie toe op het gebied van menselijke relaties. (Ba GB: Hermeneutisch competent ,Pastoraal competent/ competent in geestelijke begeleiding Ba DRL: Vakinhoudelijk bekwaam ) (30%)
Synthetiseren (oud) De student vergelijkt standpunten in het moreel gesprek met elkaar en komt tot nieuw gezamenlijk inzicht. De student vat de grote lijnen samen van een individueel proces van inzicht. (Ba GB: Agogisch competent ,Communicatief competent ,Competent in persoonlijke en spirituele ontwikkeling ,Hermeneutisch competent ,Pastoraal competent/ competent in geestelijke begeleiding Ba DRL: Pedagogisch bekwaam ,Vakdidactisch bekwaam ,Vakinhoudelijk bekwaam ) (30%)