Logo

Studiegids FHTL

19PRCL21 Inleiding sociale wetenschappen


Sengers, Erik

5 ec

voltijd: 44 cu (22 bijeenkomsten)
deeltijd: 26 cu (13 bijeenkomsten)

Ba GB jaar 1
Ba DRL jaar 1

Menswetenschappen

In de module worden de twee belangrijkste sociale wetenschappen verkend: de sociologie en de psychologie. Aan de hand van sociaal-wetenschappelijke theorieën en begrippen wordt duidelijk wat de specifieke zienswijze van deze twee stromingen is. Aan de hand van verschillende voorbeelden wordt duidelijk hoe de sociale wetenschappen gebruikt kunnen worden voor de praktijk in kerk en samenleving.

Bestuderen van te behandelen stof en van daaruit actieve bijdrage aan het college

Hoorcollege inbreng van studenten met eigen ervaringen en vragen over de stof, en ook actuele thema’s wordt zeer gewaardeerd, zodat interactief hoorcollege ontstaat

Ba DRL

    Geen kennisbasis gevonden.

Ba GB

  • 1.1. Inleiding in de verschillende disciplines van het vakgebied: bijbelwetenschappen, kerkgeschiedenis, godsdienstwijsbegeerte en ethiek, godsdienstwetenschap, sociaal- wetenschappelijke vakken.
  • 1.3. Omgaan met taal en betekenis van taal: het kunnen zien van gelaagdheid in taal en
    het kunnen herkennen en gebruiken van begrippen met een eenduidige of juist meerduidige betekenis.
  • 2.7. Mensbeelden binnen en buiten religies.
  • 5.3. Secularisatie, verlichting, gevolgen voor
    de inrichting van de samenleving.
  • 7.1. De samenleving in historisch perspectief: Renaissance, Reformatie, Verlichting,
    modernisme, postmodernisme. individualisme, individualisering, subjectivering, autonomie als zelfbeschikkingsrecht, rationalisme, emancipatie, verzuiling en ontzuiling, abstracte samenleving, differentiatie, rolsegmentatie, institutionalisering,
    pluraliteit, pluralisme, sociale differentiatie en secularisatie.
 

Ba DRL

  • A.1 is in staat de betekenis van de vakinhouden voor zijn persoonlijke ontwikkeling te formuleren
  • A.1.14 kan in voldoende mate reflecteren op zijn studie en leerstijl om zijn bekwaamheid te kunnen ontwikkelen
  • A.1.15 is in staat enigermate te reflecteren op studie, leerstijl en persoonlijke ontwikkeling in het perspectief van de eigen levensvisie en ethische visie
  • A.1.2 reflecteert op eigen gedrag en betrekt in zijn reflectie de feedback van anderen
  • A.1.4 werkt op een planmatige manier aan zijn eigen ontwikkeling
  • A.1.7 staat open voor andere visies en ideeën
  • A.4 onderkent het belang van contacten met naasten van pastoranten of clienten, met ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers en met collegas van (leer)bedrijven en instellingen.
  • A.4.1 maakt een adequaat verslag van bijgewoonde gesprekken
  • A.4.3 verkent en beschrijft relaties van zijn instelling met andere belanghebbenden, zoals
    geïnstitutionaliseerde levensbeschouwingen
  • A.5.13 kan enkele communicatielijnen en –vormen die deel uit maken van de rol en taken van docent, pastor en geestelijk verzorger beschrijven
  • A.5.14 beheerst de moderne communicatiemiddelen zoals tekstverwerking, email en webportal voor het eigen studeren
  • A.6 hanteert een voor zichzelf bruikbare vorm van timemanagement met betrekking tot de uit te voeren taken en afspraken zowel binnen de opleiding als binnen de organisaties waar hij stage loopt
  • A.6.2 kent de te hanteren regels en afspraken en houdt zich daaraan
  • A.6.4 stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd efficiënt voor zichzelf
  • A.6.7 plant eigen werk en maakt werkafspraken met begeleiders, leerlingen, pastoranten en cliënten

Ba GB

  • A.1 is in staat de betekenis van de vakinhouden voor zijn persoonlijke ontwikkeling te formuleren
  • A.1.14 kan in voldoende mate reflecteren op zijn studie en leerstijl om zijn bekwaamheid te kunnen ontwikkelen
  • A.1.15 is in staat enigermate te reflecteren op studie, leerstijl en persoonlijke ontwikkeling in het perspectief van de eigen levensvisie en ethische visie
  • A.1.2 reflecteert op eigen gedrag en betrekt in zijn reflectie de feedback van anderen
  • A.1.4 werkt op een planmatige manier aan zijn eigen ontwikkeling
  • A.1.7 staat open voor andere visies en ideeën
  • A.4 onderkent het belang van contacten met naasten van pastoranten of clienten, met ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers en met collegas van (leer)bedrijven en instellingen.
  • A.4.1 maakt een adequaat verslag van bijgewoonde gesprekken
  • A.4.3 verkent en beschrijft relaties van zijn instelling met andere belanghebbenden, zoals
    geïnstitutionaliseerde levensbeschouwingen
  • A.5.13 kan enkele communicatielijnen en –vormen die deel uit maken van de rol en taken van docent, pastor en geestelijk verzorger beschrijven
  • A.5.14 beheerst de moderne communicatiemiddelen zoals tekstverwerking, email en webportal voor het eigen studeren
  • A.6 hanteert een voor zichzelf bruikbare vorm van timemanagement met betrekking tot de uit te voeren taken en afspraken zowel binnen de opleiding als binnen de organisaties waar hij stage loopt
  • A.6.2 kent de te hanteren regels en afspraken en houdt zich daaraan
  • A.6.4 stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd efficiënt voor zichzelf
  • A.6.7 plant eigen werk en maakt werkafspraken met begeleiders, leerlingen, pastoranten en cliënten

Opdrachten

na afronding van het onderdeel sociologie

cijfer

  • Schriftelijk tentamen
  • Essay
  • Toepassen
  • Begrijpen
  • Onthouden
  • Analyseren
  • Synthetiseren (oud)
  • Evalueren

cijfer 1-10

15 werkdagen

Verplichte literatuur

Aanbevolen literatuur