Logo

Overzicht toetsinstrumenten

Binnen FHTL worden de volgende summatieve toetsinstrumenten gebruikt:

Schriftelijk (open) tentamen

Toets op locatie met open vragen waarin ook lagere cognitieve vaardigheden als reproductie en begrijpen getoetst kunnen worden. Wordt voornamelijk ingezet in de propedeuse en de hoofdfase, waarbij de kennisbasis wordt getoetst.

Open boek tentamen

Toets op locatie waarin de hogere denkvaardigheden worden getoetst. De student mag de studieboeken erbij houden en wordt getoetst op toepassen, analyseren, evalueren en creëren.

Take home tentamen

Toets die thuis gemaakt wordt waarin de hogere denkvaardigheden worden getoetst. De student mag studieboeken erbij houden en wordt getoetst op toepassen, analyseren, evalueren en creëren.

Essay

Een essay is een betoog van maximaal 1500 woorden waarin één probleem centraal staat.

Werkstuk

Bij werkstukken kan de omvang en stijl verschillen per opdracht. Denk hierbij aan het analyseren van een kunstuiting, het toepassen van theorie op een casus, of het beschrijven en analyseren van een maatschappelijk probleem.

Beroepsproduct

Een beroepsproduct is een vanuit een kenniskader ontwikkeld product dat ingezet kan worden in de praktijk. De student laat hiermee zien met behulp van onderzoekend vermogen producten te kunnen ontwikkelen voor de beroepspraktijk. Er worden vijf beroepsproducten onderscheiden: een advies, ontwerp, fabricaat, handeling of analyse. Per opleiding zijn er specifieke uitwerkingen van deze vijf soorten beroepsproducten, zoals een lessenserie, een viering of een levensbeschouwelijk gesprek.

Eindwerk

In de theoretische leerlijn wordt gewerkt met eindwerken. Deze eindwerken laten zien dat de student de theoretische kennis kan gebruiken voor de ontwikkeling van producten, zoals een theologische analyse of een filosofisch essay voor een vaktijdschrift. Ook hierin worden verschillende vormen van producten ontwikkeld. Het verschil met de beroepsproducten is dat ze voornamelijk de kwaliteiten van de student als theoloog toetsen en minder de student als docent of geestelijk verzorger, zoals bij de beroepsproducten in de praktijkleerlijn.

Overall reflectie

In een overall reflectie laat de student de ontwikkeling zien binnen een van de praktijkleerlijnen, waarbij de eindkwalificaties centraal staan. De student reflecteert op het niveau van persoon, proces en producten. De overall reflectie staat binnen OidP en WidP centraal in het Criterium gericht interview (of CGI).

Portfolio assessment

In een portfolio tonen studenten eindkwalificaties van een studiefase aan door verschillende bewijzen ((beroeps)producten) te verzamelen. Daarbij schrijven studenten een overall reflectie waarin ze de assessoren meenemen langs hun ontwikkeling binnen de betreffende studiefase. De bewijzen moeten voldoen aan de VRAAK-criteria (variatie, relevantie, authenticiteit, actualiteit en kwantiteit).

Portfolio assessment met CGI

Onderdeel van het portfolio assessment binnen de hoofd- en startbekwaamfase is een criteriumgericht interview waarbij doorgevraagd wordt op een aantal eindkwalificaties.

Laatst gewijzigd op 2022-06-26 16:43:01 door Elling, Sanne